legae-kerkmeesters.9 De overeenkomst bestond in de aanbesteding voor de bouw van de kapconstructie van de kruiskapel aan de noordzijde van de Sint-Pieterskerk. Heel gedetailleerd werd de opbouw van de kap beschreven met de onderdelen, hun afmetingen en de wijze waarop ze aan el kaar moesten worden verbonden. De af metingen in duimen en voeten waren - zonder dat dit expliciet werd vermeld - zeker in Mechelse maten.10 Uit het aanbestedingscontract vernemen we dat de kruiskapel ongeveer 56 voet lang was en de beuk binnen de muren ge meten 36 voet breed (ca. 15x10 meter). De muren zelf waren vier voet dik (ca. 1 meter). Boven op de twee langste muren werden de muurplaten bevestigd - de bal ken waarop de kapconstructie rust - van zes duim dik en acht duim breed (ca. 14 x 18 cm). Tot in de details vernemen we de afmetin gen van de verschillende kepers gebruikt voor de kapconstructie zoals de aanvel- ders, gordels, hanenbalken, korbelen, pootbalken, pootstijlen, schaarbalken, standzonen, vlieringen, windbanden...11 De onderdelen werden geassembleerd met tandverbindingen, wouwesteerten (zwaluw staarten) en houten pennen. Ook ijzeren nagels werden gebruikt. Laureijs Scheers mocht uitsluitend kwali teitsvol en gaaf eikenhout verwerken dat afkomstig moest zijn uit Wezel (nu in Noord- Inden ijersten zelen dair zijn op elcke zijde twee muerplaten zesse duijmen dick ende acht duijmen breet eijcken hert van den cruijswerck tot aenden ghevel toedat es omtrent zessenvïjftich voeten lanck, ende den buijck van de cruijswerck cruijscapelle es wijt binnen den mueren zessendertich voetenende de muer es dick vier voeten ende dendendeel op dese platen sal men deelen vier bakken ende een strijchout aenden ghevel ende die zelen zijn van xiiije ende xvj duijmen onder scherp ende boven hoefs, ende die zelen gesadele zijn inden muer platen met heur voerlommen ende wouwesteerten twee ende een halve duijmen diepe. Item op dese bakken zelen staen die onderste poot ende die zelen groot zijn thien duijmen ende xij duijmen, de schaerbalcken van thien ende xiiij duijmen, de carbeelen van den zeiver groote zesse voeten lanck ende die zullen gepint zijn in huer stijlen ende inde scaerbalcken op haer tanden alzoo dat behoirt tusschen de onderste pootstijlen ende deerste filieringhe zal men deelen een gordel, acht duijmen dick ende negen duijmen breet, dat sal gepint zijn in beijde zijden ende op thien eenen verborgen tandt met eenen houten naghele genaghelt. Die onderste filieringhe zal zijn acht duijmen viercant ende sal gesadelt zijn inde scaerbalcken met haere wouwesteerten ende voerlommen met eenen houten

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 33