tus 1502 en id., f°2llr, 10 december 1502. 5. SR, 143 (1518-1520), f°155r, 18 april 1520. Een dochter van Lysbeth van Horicke uit haar eerste huwelijk met Aerdt van Nispen, huwde de Mechelse kanongieter Marten Pastenaken. Zie: SR, 141 (1517-1518), f°52r-53v, 27 maart 1517 (1518 n.s.). In 1532 leverde Marten Pas tenaken twee kanonnen aan de Stad Middel burg, zie: G. Van Doorslaer, 'L'ancienne industrie du cuivre a Malines - L'industrie de lafonderie de canons', in: 'Bulletin du Cercle Archéologique, Littéraire Artistique de Mali nes', dl. XX, Mechelen 1910, p. 332. 6. SR, 124 (1505-1506), f°27r, 9 mei 1505; id., 129 (1510-1511), f°213v-213v, 5 augustus 1511; id., 130 (1511-1513), f°39v-40v, 15 de cember 1511, f°161v-162r, 27 augustus 1512 enf°190v, 1 december 1512; id., 131 (1511- 1513),f°98r, 10 april 1513; id., 138 (1516- 1518),f°113v, 28 maart 1516 (1517 n.s.); id., 156 (1531-1532), f°3v, 12 september 1531 en id., 160 (1535-1536), f96r en 96v, 21 maart 1535 (1536 n.s.). Weeskamer, 4 (1539-1549), f°106r, 23 april 1544; id.,f°106r, 21 juni 1544 en 18 mei 1545. H. fooseno.gJan van Werch- ter kan vereenzelvigd worden met de meester metselaar die vanaf 1496 "der stadt metsere" (stadsmetselaar) was. Hij voerde in deze functie tot in 1520 werken uit aan o.a. het Hof van Savoy, het Keizershof, de Minderbroederskerk, aan de stadsomwalling, de stadspoorten, de stadsbruggen, de kaden van de Dijle... Zie: Stadsrekening, 172 (1496-1497)f°176r tot 195 (1519-1520)f°213r (in rubriek stadswerken). voeghen ende manieren als boven heeft de voirscreven Laureijs gelooft te leveren te vastelavent anno xzf negenthiene ijerstcomende. Ende omme den zelve kercmeesters hier aff der meerder versekertheijt te doene, zoo heeft hem de selve Laureijs dair voire verbonden ende tot gewarighen pande gestelt, hem zeiven ende voirts alle zijne goeden, mobilia et immobilia presentia et futura a domino Machlinsiensi. Ende ter ander zijde zoo heeft de zelve Cornelis de Cock voir hem ende zijnen medegesellen als kerckmeester vande kerck voirnoemd, den voirnoemde Laureijs voir tvoirscreven werck gelooft te ghevene ende te betalene de somme van tseventich ponden grooten Vlaems, te wetene deen vierendeel daeraff gereet, noch een vierendeel f°88r als tselve werck te Middelburch zijn sal, tderde vierendeel als dwerck staen sal, ende tvierde ende leste vierendeel vande voirscreven somme negen maenden naer dat de selve Laureijs tvoirscreven werck gestelt sal hebben. Alle dinghen sonder fraude oft ergelist. ix aprilis (1518, 1519 n.s.)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 37