Nieuwe uitgaven blauwe juk 40 'k heleze Het blauwe juk "Het is alsof het over mezelf gaat", zegt mijn tante die in 1934 geboren is. In Het blauwe juk van de vijf jaar jongere Eliza beth Maas herkent ze heel haar jeugd - ze werd anderhalve kilometer zuidelijker ge boren - en ook de moeite die het een meisje uit het Walcherse plat telandsmilieu kostte om zich te emanciperen tot een gelijkberech tigde, werkende vrouw. In het 482 bladzijden tellende boek van Eliza beth Maas komt het allemaal aan de orde: de gewoonten en tradities die helemaal hoorden bij het volle dig agrarische milieu van voor heen; de gebeurtenissen die inbreuk maakten op de aloude gang van zaken zoals de Tweede Wereldoorlog, het waeter en de daaropvolgende evacuatie; de in trede van zoveel nieuwigheden nadien als de schooldokter, plastic boterhamzakjes, een predikant als Okke Jager met een frisse kijk op de dingen. Dit boek gaat over een gereformeerd meisje. Een meisje dat opgroeide 'op' Vrouwenpolder, om precies te zijn op de boerderij Klein Overduin aan de Overduin- scheweg, nu de Oranjezonweg. Elizabeth beschrijft haar jeugd uitgebreid, zoals ge bruikelijk in vele autobiografieën, en plaatst die uitdrukkelijk in het verband van de vo rige generatie van de familie Maas. Daar voor had ze een bijzondere reden: van de kinderen Maas van de grote boerderij Rus- tenpolder was haar vader Jo de enige die getrouwd was en de ongetrouwde broers en zussen op Rustenpolder speelden een voorname rol in het leven van Jo Maas en zijn vrouw en kinderen. In de loop van het verhaal wordt duidelijk dat oudste broer Simon op de ouderlijke hofstede de baas speelde en ook over Jo en Pieternella op Klein Overduin gezag probeerde uit te oe fenen. Het lukte hem niet helemaal, maar de situatie had toch tot gevolg dat Eliza beth niet mocht doorleren en be stemd werd voor de huishoud school. Hoe zij zich vervolgens gaandeweg aan die situatie ont trok vormt de rode draad in het boek. Daarbij kijkt zij zeker niet in wrok om naar haar ouders. Inte gendeel, Elizabeths band met hen was hecht en haar waardering voor hen is groot. De figuur van Simon Maas, de bazige oom maar tegelijkertijd een "smoeffel", heeft iets boeiends. Het is bekend uit de plattelands- sociologie dat een of meer broers en/of zussen zich in het verleden onthielden van een huwelijk om samen de boerderij te kunnen voortzetten, al dan niet in combina tie met één getrouwd lid van het gezin. Bij mijn weten is daarbij zelden sprake ge weest van dwang. In de literatuur die ik hierover ken wordt uitgegaan van een zich schikken, zij het op latere leeftijd met enige spijt, naar de traditie die dit gedrag voor schreef. Die literatuur verwijst dan vooral naar het oosten van het land waar de eer bied voor tradities minstens zo groot was als op Walcheren. Hier krijgen we een in kijkje in het geval Rustenpolder met de overheersende positie van de oudste broer, die zelf ook moeite had met het zelf opgelegde celibaat. Was Simon Maas mis schien beïnvloed door het verhaal over zijn grootvaders halfbroer, Abraham Maas, wiens erfenis onder zijn vele getrouwde Elizabeth Maas

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 42