artistieke kringen bewegen, maar met zijn
poëzie had hij weinig succes. Zijn aandacht
richtte zich toen op de Vlaamse Beweging
die de Vlaamse cultuur wilde bevorderen in
het toen nog geheel door de Walen gedo
mineerde België.
Toen Duitsland in 1914 België grotendeels
bezette, zagen veel Vlaamse activisten
daarin een kans om hun idealen te verwe
zenlijken. Kimpe speelde daarbij een zeer
actieve rol. Toen de Universiteit van Gent
vernederlandst werd, een eerste succes
van de Beweging, werd hij daar benoemd
tot docent in de bouwkunde en de land
meetkunde. Maar daar bleef het niet bij;
een groep activisten maakte van de gele
genheid gebruik om openlijk te streven
naar de onafhankelijkheid van Vlaanderen.
Kimpe ging zelfs nog een stapje verder
dan zijn medestanders; hij propageerde di
recte aansluiting bij Duitsland. Hij werd ook
een prominent lid van de Raad van Vlaan
deren, een voorlopige regering die de af
scheiding moest voorbereiden.
In 1918 werd Duitsland verslagen en
stortte de droom ineen. De activisten wer
den bestempeld tot landverraders en
Kimpe werd zelfs ter dood veroordeeld. De
meeste geestverwanten vluchtten naar
Nederland, waar sommigen - zoals profes
sor Marcel Minnaert, die een befaamd as-
trofysicus werd - een prominente positie
verwierven. Reimond Kimpe kwam in Mid
delburg terecht waar hij zijn oude vak weer
opnam. Met een Middelburgse compagnon
stichtte hij een succesvol aannemingsbe
drijf dat huizen bouwde en wegen aan
legde.
Dit werk bevredigde hem echter niet en
leidde tot persoonlijke spanningen. Halver
wege de jaren twintig trok hij zich uit het
bedrijf terug, hoewel hij er als stille vennoot
aan verbonden bleef, en richtte zich, zon
der enige vooropleiding, op de schilder
kunst. Dit bleek zijn roeping en zelf heeft
hij er ook de hand van God in gezien. De
schilder Kimpe kreeg spoedig succes, niet
alleen in Zeeland. Zijn expressionistische
kijk op de Zeeuwse boeren en vissers en
hun verbondenheid met het land en de zee
sprak het publiek aan. Vooral in Westka-
pelle en Arnemuiden vond hij zijn onder
werpen.
De inval van de Duitsers in Nederland in
1940 betekende ook voor Kimpe een keer
punt. Zijn atelier en het meeste van zijn
werk werden bij de brand van Middelburg
verwoest. Hij kreeg de beschikking over
een tijdelijk atelier in het Kunstmuseum
(waarover straks meer). Hier maakte hij
onder andere een paar indrukwekkende
schilderijen van het verwoeste stadhuis.
Maar ook zijn oude droom kwam weer
boven. Opnieuw zag hij in de Duitse inval
een kans om zijn Vlaamse idealen na te
streven. In 1941 werd hij lid van de NSB,
maar dit leidde al spoedig tot teleurstelling.
Na twee jaar bedankte hij weer. In de be
weging heeft hij geen actieve rol gespeeld.
Na de bevrijding werd hij wel opgepakt. De
internering, aanvankelijk onder barre om
standigheden, greep hem sterk aan, al
kreeg hij later de gelegenheid om tijdens
zijn gevangenschap te tekenen. Pas in no
vember 1946, dus twee jaar na de bevrij
ding, werd hij buiten vervolging gesteld.
Blijkbaar had men er moeite mee om hem,
als Belg, te beschuldigen van landverraad.
Na de oorlog bleek dat de belangstelling
voor zijn werk, met name in Zeeland, niet
verminderd was. Wel veranderde zijn stijl.
Hij ging veel kleuriger en meer gestileerd
werken. Zijn belangstelling ging meer en
meer uit naar vrouwen, matrozen en ha-