tiende eeuw complete gevels werden gesloopt en vervangen door lijstgevels. Huisnamen wisten zich te handhaven boven de deur of op de kroonlijst. Die namen roepen nu vaak vragen op omdat de afbeeldingen ontbreken. Nadat rond 1800 een systeem van wijknummering was geïntroduceerd nam het aantal huisnamen gestaag af. Dat veranderde in 1904 toen Fokker een boekje met zo'n 2.200 huisna men publiceerde. Onder meer dankzij deze publicatie keerden de huisnamen in groten getale terug in de stad. Nog steeds kenmerkt de Middelburgse bin nenstad zich door een hoge huisnaam dichtheid. In de historische kern vinden we ruim achthonderd huisnamen. Daarmee onderscheidt Middelburg zich van andere Nederlandse binnensteden. De namen ge tuigen van een rijk verleden. De oudste naam die Ed de Graaf in het archief aan trof, t'Hert, dateert uit 1365. We beginnen een rondwandeling door de stad met een blik op de houten Sint Pie- tersgevel achter het Hofplein, ook bekend als Het Wapen van Leiden. Centraal afge beeld is Petrus, patroonheilige van sloten- en sleutelmakers. We lopen de Korte Noordstraat in en ontmoeten er de patroon heilige van de molenaars, Sint Victor, een Romein die ooit tussen twee molenstenen werd gemangeld zonder zijn leven en ge loof te verliezen. Verderop herinnert De Oude Gortmolen ons aan het feit dat Mid delburg rond het begin van de negentiende eeuw maar liefst dertien chocolademolens huisvestte. De molen werd aangedreven door een paard. Op de hoek zien we Het Wittebroodskind, het pand waar vroeger bakker Lambrecht woonde. Vanaf hier lopen we naar de Lange Noordstraat. We passeren De Milde Maarten, die de helft van zijn mantel weggaf en zodoende de patroonheilige werd van kleermakers en textielhandelaren, maar ook van wijnko pers. We komen aan bij Het Logement van Middelburg (1526), het pand waar Jacob Cats van 1603 tot 1623 woonde. Aan de overzijde van de straat treffen we De Nar- renschou, ofwel het narrenschip. Die naam Ed de Graaf, (foto Ida Doorenweerd) vinden we vaak op kroegen, maar ze kan ook verwijzen naar het gelijknamige boek, waarmee het een populaire huisnaam werd voor boekverkopers en uitgevers. Vanaf hier lopen we naar de Groenmarkt en Het Land van Belofte. De gevelsteen toont de twee verspieders met een druiventros, een herinnering aan de Middelburgse wijnhan del. Terug via de Langeviele, waar een kis tenmaker in De Doodskiste woonde, naar de Koestraat. We passeren de Rooster- straat, een steegje genoemd naar het smeedwerk waarop Sint Laurent, patroon heilige van brandhoutverkopers, koks en glasblazers, levend werd geroosterd. In de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 61