Vlissingsestraat bevond zich het huis van
een wever: De Drye Boraete Rieten, weef
kammen waarmee een grove wollen stof
(borat) werd geweven. Een ander pand
verwees naar onbegonnen werk: De Verlo
ren Arbeyt, het onderschrift van een voor
stelling waarbij twee vrouwen een neger
proberen wit te schrobben. Zo n naam is
Sint Janstraat staan we stil bij De Gouden
Tafel (uit de tabernakel). De bewoner Ben
jamin Levi stelde zijn achtertuin ter be
schikking voor de bouw van een synagoge.
De Gouden Nobel, een veertiende-eeuwse
munt met een maritiem karakter, hing uit bij
havenkroegen.
We lopen over de Houtkaai langs het pand
Trense Wynvat (1784) en passeren aan ae
Londense Kaai De Pynappel (handelaar in
hout). In de Nieuwstraat zien we links het
pand Niet Altyd Winter, rechts Niet Altyd
Somer en De Vergulde Schryfkoker. Per
abuis zijn de huisnamen verwisseld. We
besluiten ons bezoek aan de Nieuwstraat
met Paulus Bekeering (patroon der brillen-
slijpers) en Sint Jan in de Hopsack, ofwel
Johannes den Doper in de hobbezak. De
Korte Delft is de straat van de smederijen,
zoals De Berg Etna (toegang tot de onder
wereld) en De Drie Spuiten (wapensmid),
ook wel Den Armen Duyvel. Dat verwijst
naar de edelsmid Eligius die de duivel, in
de gedaante van een mooie vrouw, met
De Bootschap, (foto Ida Doorenweerd)
bedoeld om passanten nieuwsgierig te
maken naar de kroeg. Op de Nieuwe
Haven vinden we De Koningin van Bohe-
men, een huisnaam die getuigde van
Oranjegezindheid. Vlakbij de Vismarkt tref
fen we Den Sampson. Op de voorstelling
torst een hollende Samson twee zware
houten deuren met zich mee, een aandui
ding voor een schrijnwerker of timmerman.
In de tegenovergelegen Zusterstraat staat
het huis Vyfthien Schelling te Ponde. Bij
het lenen van 15 Schellingen moest men
na een jaar 20 Schellingen, dus een Pond,
terugbetalen. Een bankiershuis dus. In de