48 gepolijst, terwijl het aandeel van potten die met kleiklodders besmeten zijn, afneemt. Robert van Dierendonck nam ons vervol gens mee langs een aantal Walcherse vindplaatsen. De vondsten van het strand van Domburg-Westhove zijn bepalend ge weest voor de naamgeving van de aarde werkstijlgroepen Domburg I en II. Deze ten van zo'n rooster zijn op diverse vind plaatsen op Walcheren teruggevonden. Bij Aagtekerke-Kalfshoeksepad werden re cent 679 fragmenten handgevormd aarde werk gevonden met een gezamenlijk gewicht van ruim 13 kilo. De scherven zijn afkomstig van vijftig potten, geen enkele pot kon compleet worden gemaakt of gete- De offerkuil van Grijpskerke, detail. Zeeuws Museum, (foto Ida Doorenweerd) vondsten zijn op het strand verzameld sinds 1912. Het leverde onder andere de grootste tot nu toe archeologisch compleet bewaarde IJzertijdpot van Zeeland op, met een hoogte van 46 cm en een maximale di ameter van 60 cm. De opgraving Arnemui- den-Brakenburg toont ons een huisplatte grond van ten minste 16 bij 10 meter. Hier werden een bijzonder houten spateltje en fragmenten van een oven gevonden. In dergelijke ovens lag een rooster; fragmen- kend. Op de vindplaats Grijpskerke-Lood- holseweg werden in twee proefsleuven 815 scherven handgevormd aardewerk aange troffen afkomstig van 44 potten. Hier wer den ook scherven gevonden uit de vroeg- Romeinse tijd. Bij de Koekoeksweg in Aagtekerke gaat het om 661 fragmenten, 6,3 kilo afkomstig van acht potten. Uit het laatste deel van de Late Ijzertijd stamt ook een in 2008 bij Serooskerke op gegraven nederzetting: de vindplaats Ga- pingse Watergang. Hier kwam een erf met boerderij tevoorschijn met een driesche- pige plattegrond. Bijzondere vondsten zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 50