7
de afzonderlijke auteurs enige ruimte heeft
gelaten voor eigen interpretaties (zonder
dat dit het beeld overigens lijkt te vertroe
belen). De commissie verwijt Goossens
een zekere tunnelvisie, omdat hij zich in
het bijzonder op Franse bronnen heeft ge
richt om zijn these van de Franse schuld te
kunnen onderbouwen. Het NIMH neemt de
conclusies van Sijnke c.s. in feite over,
maar realiseert zich dat de druiven voor
Goossens zuur zijn en toont daarom haar
respect voor het onderzoek van deze au
teur, ook al laat ze niet na erop te wijzen
dat hij enkele Franse bronnen onjuist heeft
geïnterpreteerd. Meer in het algemeen
achten de militair-historici Goossens' bron
nengebruik problematisch. Het rapport leert
ons dat wetenschappelijk onderzoek ook
inhoudt: vaststellen wat we niet (kunnen)
weten.
De uiteindelijke conclusie die Middelburg
krijgt gepresenteerd is dat de precieze toe
dracht van de brand moeilijk meer is te
achterhalen en dat de mate van schuld
daarom evenmin is te bepalen. De histori
cus en de rechter stemmen overeen: de
aanname van een terreurbombardement is
Bluswerkzaamheden in de binnenstad van Mid
delburg1940. (Zeeuws ArchiefHistorisch To
pografische Atlas MiddelburgHTAM-B-1873)
niet langer houdbaar. Zo verdwijnt de oor
log interessant genoeg uit de voorgestelde
terminologie: De Brand of De Stadsbrand
van Middelburg. De gemeente kan daar
mee bestuurlijk uit de voeten, maar de op
dracht aan historici blijft ook in de toekomst
de uitwerking van het verwoestend oor
logsgeweld te onderzoeken.
Peter Romijn
1. Ook in mijn Burgemeesters in Oorlogstijd.
Besturen onder Duitse bezettingBalansAm
sterdam 2006) ging ik nog uit van zo'n scena
rio, al noemde ik naast een bombardement door
de Luftwaffe ook beschieting door Duitse artil
lerie als oorzaak (p. 87).
2. P. Sijnke (red.) Middelburg 17 mei 1940.
Het vergeten bombardement(Den Boer [De
Ruiter, Vlissingen 2010).
3. A.B.J. Goossens,Gestold Verleden. 17 mei
1940. Frans oorlogsgeweld op Middelburg'
(Middelburg 2012).