speelden dierenartsen een belangrijke rol. Zij keurden de paarden op eventuele ge breken. Wanneer er wel gunstige afwijkin gen maar geen gebreken geconstateerd werden, dan was een volgende stap in de evolutie van het trekpaard gezet. En dat ging snel. Paarden zijn op vierjarige leeftijd geslachtsrijp en fokkers zagen in een rela- 500 naar 5.000 franc kon worden opge hoogd. Veel plezier beleefde men er niet aan, nog datzelfde jaar kwam hij te overlij den aan een beklemde liesbreuk. Zijn zoon Avenir d'Herse had meer geluk. De hengst, met een gewicht van 1.400 kilo, trad om de twee uur op voor 10 duizend francs dek- geld. Voor zijn talrijke nakomelingen be- Beeld van Zora in Oostkapelle. (foto Ida Doo- renweerd, 2017) tief korte periode de paarden beter, dat wil zeggen groter, zwaarder, sterker, intelli genter en gezeglijker worden. Beroemde fokhengsten markeren die ontwikkeling. Al bion d'Hor (1917) en diens zoon Avenir d'Herse (1921-1936), voorvaderen van Zora, zijn er goede voorbeelden van. Al bion d'Hor, een bruinschimmel, maakte in 1923 als vrije inzending bij de wereldkam pioenschappen in Parijs met zijn fiere op treden zoveel indruk dat het dekgeld van taalde men gemakkelijk vele tienduizenden guldens. Zeeland Natuurlijk had Zeeland in de negentiende eeuw haar eigen Zeeuwse trekpaard. Het was kleiner en lichter dan het Belgische paard, maar anders dan in België waren hier geen goede fokprogramma's. Experi menten met andere, veelal warmbloedige, rassen bleken niet te werken, men rom melde maar wat aan. Dat veranderde door de Eerste Wereldoorlog. Belgische topfok kers, onder meer uit Vollezele in het Pajot-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 16