De rand
van Walcheren
kleurige beeld, gemaakt van een hufterbe-
stendige composiet, onthuld. De 99-jarige
mevrouw Van Hootegem-Govaert, die 69
jaar geleden de geboorte van Zora mee
maakte, was bij de onthulling de eregast.
Na Middelburg (o.m. de ringrijder) en Sint
Laurens (het oranje speelpaard) heeft nu
ook Oostkapelle zijn paard. De Oostka-
pelse Ringrijders Vereniging hield een ring-
rijwedstrijd ter ere van de onthulling van
het beeld. Het kan geen toeval zijn dat de
wedstrijd werd gewonnen door Kevin Mal-
jaars.
Leo Faase
De Custinge van 1291 en de locatie van Rikedale
Opmeting
In De Wete van januari 2005 schreef ik
over een boom die was omgezaagd en die
gestaan had aan de Koningin Emmaweg
tussen Vrouwenpolder en Oostkapelle. Er
konden 132 jaarringen geteld worden en in
het midden zat dan nog een gat van zo'n
twintig centimeter. De solitaire boom moest
dus rond 1870 zijn geplant. Het kan niet
anders of de opdrachtgever is jonkheer
Willem Cornelis Mary de Jonge van Elle-
meet (Den Haag, 5 mei 1811 - Oostka
pelle, 1 juli 1888) geweest, de eigenaar
van de buitenplaats Overduin. De boom
stond op de uiterste hoek van zijn bezit.
Het waterschap plantte op dezelfde plek op
mijn verzoek een nieuwe boom die nu al
flink is gegroeid.
Behalve als herinnering aan de jonkheer
kan de nieuwe boom ook, net als de oude,
dienen als markering van de uiterste hoek
van de Westpolder, een polder waarvan de
zuidelijke dijk bij de herverkaveling van de
jaren vijftig werd afgegraven. De locatie
van die hoek is op zich al interessant, maar
heeft ook een functie bij de uitleg van een
middeleeuwse tekst, namelijk de Custinge
(schikking tussen partijen) van 1291, en
wel bij het voornaamste onderdeel daar
van: een opmeting van op dat moment nog
buitendijks land op bevel van de graaf. Dat
buitendijkse land lag tussen de polders die,
tussen Oostkapelle en Serooskerke, vanuit
Rijnsburg en Duno waren aangewonnen,
en ander nieuw bedijkt land dat zich vanaf
Vrouwenpolder naar het westen uitstrekte.
Ook in dat geval ging het om verschillende
polders en de meest westelijke daarvan
werd in een aantal bronnen de Westpolder
genoemd. Een deel van de Westpolder
verging na het opstellen van de Custinge,
wat het vaststellen van de geschiedenis
van deze polder heeft bemoeilijkt.
Het nog onbedijkte land waarover de Cus-