17 tinge in 1291 handelde, en dat weldra gro tendeels bedijkt zou worden, was langer onbedijkt gebleven dan het land ten noor den en ten zuiden ervan omdat er een grote kreek doorheen stroomde. Deze kreek stroomde van west naar oost naar waar nu het Veerse Meer is en stroomde in de buurt van waar nu Overduin is in zee uit. Van die verbinding met de zee is de Prinsevijver in het Oranjebos nog een res tant. Kloosterland De eerste helft van de tekst van de opme ting uit 1291 luidt als volgt. "Van de westerse pale op het zand voor Rikedale CCCC [400] roeden jegens de zee en op de hoek van de Westpolder CCCC roden [400 roeden]. Die brede tuschen dese tve palen es CCC [300] roe den, littel min of littel meer. [Daartussen lag de kreek.] Die ierste pale jeghens die diepe die doe ghenc [toen ging] opt scor die es De Koningin Emmaweg in Vrouwenpoldermet grensboom. (foto Peter Blom, 29 augustus 2017) LXXVII [77] roden van de Westpolder ende die pale jeghens dien westhoke van den Wale die es LXXVII roeden jeghens het zelfde diepe. "Jeghens Peter Henries sone C ende 1 rode ende jeghens cloesters lant van Myd- delborch C roden ende VII roden. Dus diepe eest jeghens den Westpolre alse hier es ghenomet bin desen vier palen." De Custinge was dus een opmeting, en voor een opmeting zijn om te beginnen vaste punten nodig. We gaan ze een voor een na. Het zand voor Rikedale, een be woonde buurt in de parochie Oostkapelle, moet een uitgestrekte vlakte zijn geweest. In latere bronnen was er sprake van een schor op dezelfde plek. De grote kreek heet in het document blijkbaar de Wale, maar wordt daarin ook het diepe genoemd.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 19