Brigdamme en de Dam in Middelburg. Het aansluitende deel van de Duinweg, in zui delijke richting, volgt een strook oude kreekruggrond. We weten niets van de situatie uit de peri ode waarin de "oude dijk" werd aangelegd. Mogelijk was er bewoning aan de binnen kant van de duinen van destijds en moest de dijk die nederzetting beschermen. Mo gelijk was dit in de tiende eeuw, maar het kan ook al eerder zijn geweest, vermoede lijk na een stormvloed. Walcheren had wel andere grote kreken, namelijk daar waar nu de kreekruggen liggen en die langzaam begonnen te verlanden. Naar die kreken toe moet een sterke stroming hebben ge staan. De kreekruggen lijken op te houden bij de voormalige buurtschap 't Weeltje, de Noordweg en de brede rug die in de rich ting van Serooskerke loopt. Direct ten noorden hiervan werd ooit de bekende ringdijk aangelegd, vanaf Duno oostwaarts naar de Boshoekweg en verder. Al het water dat nodig was om de kreken vanaf enig moment te vullen met zand en slib, zal met een sterke stroom, over de hele breedte, voornamelijk in de richting van de zee gestroomd hebben. Ook moet een deel van de stroom afgebogen zijn naar het oosten. De Zwene moet een forse stroom zijn geweest. Nog in 1546 schreef dijkgraaf Arend Jans- zoon Boom over een opmeting van de kust. Hij liep onder meer van Westhove oostwaarts tot een grote "crompte", langs duinen "zeer erom". Zeshonderd meter ver der kwam hij bij een rechte dijk en dat moet bij Oranjezon zijn geweest. De grote kromte is te zien op de kaart van Bernards uit 1641Op dezelfde kaart zijn ten westen van de Duinweg nog drie gebouwtjes te zien in blok drie van Oostkapelle. Het lijkt alleszins aannemelijk dat daar Rijckendane ontstaan is, beschermd door de duinen en de Rikendam. De vraag welke activiteiten de bewoners van het plaatsje ontplooiden, blijft onbeant woord. Er zal denkelijk een haven zijn ge weest en er moet zijn gevist. Of er ooit vanuit Rijckendane graan vervoerd is van Rijnsburg naar het moederklooster in Hol land, of er handel is gedreven met Enge land, zullen we vermoedelijk nooit met zekerheid weten. Duinen, dijken en kreken Vanaf Domburg waren de zogenoemde jonge duinen gelijkmatig gegroeid over de kleiplaatgrond van Noord-Walcheren heen. Waar de klei ontbrak ontstond het duin hoofd waar later Duunhovede, Duno naar genoemd is. Blijkbaar heeft de eeuwen lange sterke stroom van het water het ver der aangroeien van de duinen verhinderd. Uit bodemkundige gegevens valt af te lei den dat er landinwaarts al heel vroeg een brede strandwal ontstaan was. Die ontwik kelde zich vervolgens tot een schor. Er werd een vluchtheuvel op aangelegd, de Berg van Cos in de overloper van 1584, en de Gorspit die in dezelfde bron genoemd wordt. Vermoedelijk zal er al voor 1200 een dijk zijn aangelegd op het schor, tot waar nu de laan naar Zeeduin begint en verder langs de Kromme Zeeduinselaan naar waar later aan de Noordweg de Zeeduinse Poort werd opgetrokken. Dit laatste stuk dijk is niet op de bodemkaart aangegeven, even min als de Noordweg verderop. Er is wel een weel geweest, getuige de naam van de buurtschap 't Weeltje meteen zuidelijk van de Noordweg. Ook het scheefzakken

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 21