van het PZEM-gebouwtje en de lage plek
in het land, enkele tientallen meters zuid
westelijk daarvan, geven blijk van het be
staan van een weel oftewel een dijkdoor
braak in het verleden. Mij lijkt het mogelijk
dat de desbetreffende grote kreek in deze
omgeving nog lang open is geweest.
In de twaalfde eeuw, mogelijk na de storm-
was op een gegeven moment aan de oost
zijde afgedamd. Het restant voerde nog
veel landwater af en moet minstens de
grootte van een watergang hebben gehad.
Nu is het de sprinke die vanaf de Lijdijkweg
in de richting van Overduin loopt.
Ik kan me voorstellen dat ook de Hogedijk
('t 'Ooge Diekje in het bos van Zeeduin)
een leidijk is geweest. Dan kan er halver
wege een sluis in zijn geweest. Op dat punt
is nog altijd een eigenaardige 'uitholling
overdwars'. Is dit misschien de plek van de
sluis waarnaar de Sluispolder is genoemd
die in de overloper van 1584 voorkomt, met
de Gorspit, "in den Block voor Duno
Poorte"? Aan de oostzijde van de dijk ligt
de ouwe vievert, een gracht van 7 meter
breed en 75 meter lang. Was het een spui-
boezem? Als zodanig moet deze dan heb
ben gefunctioneerd vóór de aanleg van de
polder ter plaatse in 1247.
In 1291 ging het nog om de afvoer van op-
Oprijlaan van de boerderij Rijnsburg. (foto
Peter Blom29 augustus 2017)
vloed van 1134, zal een doorgaande dijk
tot stand zijn gebracht. De dijk op het
schor, nu het stuk Dunoweg westelijk van
de Munnikweg, kan omstreeks 1200 ver
lengd zijn, achterlangs waar nu Ipenoord
(Green White) ligt, tot aan de parochie
grens met Serooskerke.
De naam Lijdijkweg is veelzeggend. Een
leidijk diende om een ebstroom te leiden
en daarmee een kreek open te houden. De
eerdergenoemde grote kreek de Zwene