Palingroken op Cellebroershof tinge nog overspoeld oftewel in verbinding staan met de zee. Het had ophoging tot gevolg, onder meer met zand in de boven laag. Tijdens de inundatie van 1944-'45 konden daar nog schapen grazen, terwijl er in mijn jonge jaren een verhoging in het weiland was waar zand uitgegraven kon worden. Hoe kwam daar zo veel zand? De stroming vanuit zee kwam vanuit het noordwesten en werd gekeerd door de hoger gelegen grond bij de Oranjezonweg. In het oosten werd het nog open gebied begrensd door het noordelijke deel van de Lijdijkweg. Dat moet een forse dijk zijn ge weest die de stroom keerde, terug in de richting van de weel. In het midden van het nog open gebied moet het water zo rustig zijn geweest dat het meegevoerde zand er kon bezinken. Toen de wei ter plekke later bouwland werd, hebben we het zand uitge graven tot op de oude kleilaag. In 1337 werd het gebied definitief afgeslo ten van de zee met een dijk van de hoek van de Westpolder langs de huidige Konin gin Emmaweg tot bij Overduin. Besluit Uit heel deze geschiedenis blijkt dat elke keer na de afsluiting van een gebied de be dreiging van de zee niet minder werd maar meer. Er werden inlaagdijken aangelegd vanaf de Goede Polder naar de hoek van de Westpolder en naar het noorden toe waar nu de parkeerplaats is bij Oranjezon. De hiermee samenhangende twist over de Kijfdijk heeft nog wel honderd jaar geduurd, want het geschil over de kosten tussen de twee wateringen werd door het Hof van Holland behandeld in 1446. (Zie het artikel 'De Kijfdijk' in De Wete van januari 2005). Westelijk van Oranjezon werd het terrein eeuwenlang overstoven met duinzand. Het werd de Hei genoemd. Tot het in 1957 door de Heidemij anderhalve meter diep werd gediepploegd en de oude polder- grond weer in cultuur werd gebracht. Er kon van alles worden geteeld. Nu heet het weer natuur! A. Maljaars Wie in het hart van Middelburg ronddwaalt en de winkelstraten en pleinen zoveel mo gelijk mijdt, kan al gauw verdwalen in de talrijke steegjes die de stad kent. Zo kan men op de Bree, in de buurt van de Lu therse kerk, zomaar terechtkomen in de Sint-Jorisgang en daar tegen een huis aan lopen dat grotendeels staat ingeklemd tus sen metershoge oude muren. Dit was het huis van mijn grootouders. Mijn grootvader rookte en verkocht daar voor de Tweede Wereldoorlog en ook nog een tijdje daarna gerookte paling. In die tijd heette het steegje Cellebroershof en het gaf ook toe gang tot de openbare school K. Die naam is intussen verdwenen, evenals een groot deel van de oude bebouwing tussen de Bree en de Sint-Jorisstraat. Achter het huis van mijn grootvader was een grote tuin. Daarin stond niet alleen een grote glazen kas maar er bevonden zich ook twee grote ondiepe vierkante bassins

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 24