naar de Duitse rivier de Elbe. De Elbe ont springt in de hooglanden van Tsjechië, nabij Silezië, en wordt daar de Labe ge noemd, die uit een westelijk en een ooste lijk deel bestaat. Vanuit Silezië exporteer den Nederlandse handelaren wol naar West-Afrika. Deze wol, silezias genoemd, werd gebruikt als ruilmiddel. Het pand Breestraat 61 heet De Sout- bergh. De naam verwijst naar een zouthan delaar die daar woonde. Tijdens de retourvaart vanaf de Antillen werd zout af komstig uit de zoutpannen van Curagao, Bonaire en Sint Maarten naar Nederland gebracht. In 1738 nam de MCC aan de Nieuwe Poortstraat (nu nummer 14), wegens ge brek aan opslagruimte, een nieuw pakhuis in gebruik. De eerste steen werd gelegd door Johan Willem Schorer Danielszoon. Hij was de zoon van Daniel Schorer Jo- hanszoon, een van de directeuren van de MCC. Architect van het pakhuis was Jan de Munck, grootaandeelhouder van de MCC. Het herenhuis De Globe (Zuidsingel 126) is ook een ontwerp van Jan de Munck en hij heeft er vanaf 1736 zelf gewoond. Onder de kroonlijst is een cupido met aardbol te zien. De cupido wordt geflankeerd door twee zeeduivels. Het pand staat letterlijk in de achtertuin van de woning Moorenlandt in de Spanjaardstraat (47) waarin De Munck van 1723 tot 1736 heeft gewoond. In de tuin tussen deze twee panden liet hij volgens onze gids een twintig meter hoge waarnemingstoren bouwen die tot 1775 in gebruik was. De toren werd het observato rium genoemd, want behalve architect was Jan de Munck ook nog eens astronoom. In de tuin van Spanjaardstraat 47 zijn funde- ringsresten gevonden, vermoedelijk van deze toren. Het verhaal van die toren tus sen de twee panden staat haaks op een af beelding waarop te zien is dat de toren naast de woning Zuidsingel 126 staat. Zuidsingel 70 en 92 zijn ook van de teken tafel van De Munck. Zuidsingel 70 is de voormalige Lutherse kerk die in 1742 in ge bruik werd genomen. De raamomlijsting boven de ingang wordt bekroond met een witte zwaan, het symbool van de luthera nen en hun stichter Maarten Luther. Nummer 92 is het ijkkantoor; hier werden de gewichten geijkt. Het jaartal 1739 wordt afgebeeld in romeinse cijfers. In 1754 werd een verdieping gebruikt als concertzaal. Als laatste naam kwam De Gingerbale (Bo- gardstraat 20) aan bod. De naam van het huis herinnert aan de handel in gember wortels. Gember werd in grote hoeveelhe den meegenomen op de retourreis vanuit Amerika. Naar alle waarschijnlijkheid heeft aan de gevel een uithangbord of in de gevel een steen gezeten waarop een af beelding van een gemberbaal was te zien. Zo'n 'gembersteen' betekende vaak dat er een apotheker of drogist was gevestigd; gember werd in die tijd als geneesmiddel gebruikt, het bevorderde de spijsvertering. Teruggekeerd bij de Lange Jan werden de gidsen hartelijk bedankt voor hun rondlei ding. Frans van den Driest

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 41