24 en bewaard in het Mechels stadsarchief, brachten niet minder dan 1.142 scheeps- verkopingen in Mechelen aan het licht. Het waren voorheen onbekende data. Op enkele hiaten na vormen de registers van de Procuratoria vanaf 1552 een ononderbroken geheel tot in de zeventiende eeuw. Naast de identificatie van 67 Mechelse scheepsbouwers kon meteen voor de tweede helft van de zestiende eeuw de evolutie van de scheepshandel in de Dijlestad bestudeerd worden.2 De minuten werden, zoals de benaming suggereert, beknopt opgesteld in de vorm van een schulderkenning: de koper erken de, met opgave van zijn naam, voornaam, beroep en afkomst, een bepaalde geldsom in een bepaalde munt verschuldigd te zijn aan een crediteur. De koper was ertoe gehouden zijn debet (schuld) af te lossen op nauwkeurig bepaalde data. Deze tijde lijk uitstaande schuld was blijkbaar de reden waarom de overeenkomst op schrift werd gesteld. Voor de verkoper was het essentieel om een officieel document, gewaarmerkt door de schepenbank, in weerslag had op de scheepsbouw en -han del. Hét dieptepunt was het calvinistisch bewind van Mechelen (1580-1585), al werd het gevolgd door een lichte heropleving van het sociaal-economisch leven. Toch zou de Mechelse scheepsbouw niet meer hetzelfde niveau bereiken als voorheen. 1585 was het jaar van de val van Antwer pen waardoor een einde kwam aan de bloeiperiode van het eens zo welvarende Vlaanderen en Brabant. Tegelijkertijd was 1585 een sleuteljaar in de geschiedenis van het huidige Nederland: het begin van de Hollandse Gouden Eeuw. Scheepsverkopingen De originele koopakten van de vaartuigen die aan de contracterende partijen werden uitgereikt gingen verloren. Hun verkorte versies - de zogeheten minuten - bleven wel bewaard, dankzij de zorgvuldige notitie destijds van ijverige schepenklerken in registers ten behoeve van de eigen admi nistratie. Uitputtend onderzoek van een reeks akten, bekend onder de benaming Procuratoria

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 26