26
Verkopers uit Middelburg
Op 28 maart 1556 verkocht Janne Danc-
kaerts, "scipper van Middelbourch", voor
46,5 pond groten Vlaams een heude aan
de Mechelse schipper Jan Hubrechtsz.
Baeck. Telkens op 1 mei zou Baeck het
bedrag met 7 pond groten Vlaams aflos
sen. Vier Mechelaars stelden zich voor
hem borg: Anna van den Venne, de echt
genote van Cornelis Baeck, Jan van Aren-
donck, Machiel van Loevene en Janne van
Vuijthem.
Schipper Mattheeus de Cock uit Middel
burg had een schuld aan de Mechelaar
Nicolaesen de Neve. Waarvoor dat was,
vernemen we niet uit de akte. De schuld
moet aanzienlijk geweest zijn want op
4 april 1559 registreerden de Mechelse
schepenen de overdracht van zijn heude
met gewand aan De Neve om die schuld
te delgen.
Op 30 maart 1569 verkocht Herman
Ghoossens, "scipper van Middelborch",
voor 91 pond 10 schellingen zijn heude
Den Draeck aan de Mechelse schipper Jan
Janssen Mol. Hij diende meteen 15 pond
5 schellingen te betalen en vervolgens de
koopsom af te betalen met hetzelfde be
drag, telkens op half maart, tot de volledige
afrekening. Drie Mechelaars stelden zich
borg, ieder voor een derde van de koop
som: Cornelis van Miscom alias Palsters,
Jan Tsermertens zoon van Claude, en
Germain Verelst.
Adriaenen Goijvaerts, "scipper van Middel
borch", verkocht op 19 mei 1571 een
heude aan de Mechelse schipper Rombout
de Peyster voor 16 pond groten Vlaams.
Op Allerheiligenmisse (1 november) diende
hij 5 pond groten Vlaams af te rekenen en
vervolgens jaarlijks hetzelfde bedrag op
dezelfde vervaldag. Jan Jacops en Jan
Huijs, beiden Mechelse schippers, stelden
zich borg voor de betaling.
Schipper Aelbrechten Henricx verkocht op
21 april 1572 aan de Mechelse schipper
Anthonis Cornelis zijn heude met gewand
en toebehoren voor 28 pond groten
Vlaams. De koper diende af te betalen met
7 pond groten Vlaams, telkens op 1 mei.
Philip Oyens, Gielis Verhulst zoon wijlen
Rochus, Jan Lansheers de jonge en
Cristiaen Ingels, allen Mechelaars, stelden
zich borg voor de betaling, ieder voor een
vierde van het bedrag.
Op 18 mei 1574 verkocht Cornelisen
Gielissen alias Renschen, "scipper van
Middelborch", aan schipper Jasper van
Bocxem voor 55 pond groten Vlaams zijn
heude Den Haeswynt. Van Bocxem zou de
koopsom afbetalen met 10 pond groten
Vlaams, telkens op 1 mei. Als borg stelden
zich de Mechelaars Jan Cleymans alias
Pueselman en Cornelis Muskens.
In de periode van het calvinistisch bewind
van Mechelen (1580-1585) verkocht
Job Hermeijs, schipper van Middelburg,
op 26 mei 1582 aan Huijbrecht van Haecht,
schipper van Mechelen, zijn heude met
gewand voor 18 pond 10 schellingen
groten Vlaams. In drie betalingen moest de
koopsom afgerekend zijn: 7 pond groten
Vlaams op 26 mei 1583; hetzelfde bedrag
op 26 mei 1583 en nadien 4 pond groten
Vlaams binnen het jaar daarop. Drie
Mechelse schippers stelden zich borg
voor de betaling: Thomaes van Ghestele,
Franchoijs Viers en Jacop Backmans.4
Verkopers uit Veere
Op 22 oktober 1556 ruilde Marten Janssens,
"scipper van der Veere", zijn heude met de
heude van de Mechelse schipper Willem
Stappaerts. Het vaartuig van Janssens