Bij dit nummer H<W 2 Dit jaar 2018 is uitgeroepen tot Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. Een jaar lang zal in cultuurhistorische publicaties en evenementen worden benadrukt hoe we elkaars geschiedenis beter leren kennen door naar erfgoed te kijken. Een belangrijk thema is duurzaam vakmanschap, waarbij wordt gekeken in hoeverre de instand houding van ons Europese erfgoed meer ambachtelijk vakmanschap vraagt. Belang rijk is dat kennis over oude technieken wordt doorgegeven. Een ander thema is grenzeloos erfgoed, waarbij duidelijk wordt dat cultuur de nationale landsgrenzen vaak overschrijdt. Dit geldt vooral in grens regio's. Ook op Walcheren kunnen we daar niet omheen. Door de eeuwen heen is dit eiland op veel terreinen beïnvloed door onze Europese buren. Aan de middeleeuwse stadhuizen, stadskerken en raadhuizen is de Vlaamse invloed te herkennen. De negentiende-eeuwse vestingen van Vlissingen en Veere zijn tot stand gekomen onder leiding van Franse ingenieurs. In de oude Walcherse streekdracht zijn Italiaanse en Portugese trekken te bespeuren. Engel sen, Duitsers en Schotten kwamen hier om handel te drijven, bouwden hier huizen en kerken. Op erfgoed zijn we vaak trots maar het kan ook beladen zijn en ons terug voeren naar de donkere kanten van onze geschiedenis zoals periodes van uitbuiting of oorlog. Andersom is ook het geval: inwoners van Walcheren trokken er ook op uit en hebben in omringende landen hun sporen achter gelaten in het landschap, de religie, de taal en technieken. We kunnen niet ontkennen dat het Walchers cultureel erfgoed voor een groot deel is bepaald door het nabije Europa. Later in dit jaar staat Open Monu mentendag, op 8 en 9 september 2018, ook in het teken van Europa. De achterliggende gedachte is dat erfgoed gemeenschappen verbindt. Kennisnemen van elkaars cultuur is goed voor onderling begrip, betrokkenheid en integratie. Beheer en behoud hiervan trekt een breed en divers publiek dat ervan kan leren en genieten. In De Wete staan regelmatig bijdragen die hiernaar verwijzen, zo ook in dit januarinummer. Aan de hand van archiefbronnen in Vlaamse archieven vertelt Frangois van der Jeught hoe in de zestiende eeuw Mechelse handelaren contracten opmaakten met Vlissingse, Middelburgse, Arnemuidse, Westkappelse en Veerse kooplieden. De bijdrage van Jan Moekotte is een over zicht van zijn zoektocht in Middelburg naar gebakken straatnaambordjes van Franse makelij uit de negentiende eeuw. We blijven in Middelburg met het artikel van Ilja Mostert over het veerpontje dat ooit een verbinding over de stadsgracht bij de Koepoort verzorgde. Dat Walchenaren tot de uiterste grenzen van Europa kwamen. valt op te maken uit de topografische naam Kaap Flissingsky. Deze meest oostelijke punt van ons werelddeel ligt op Nova Zembla en wordt behandeld in de rubriek 'Walcheren van de kaart'. Met ingang van dit nieuwe jaar wordt De Wete gedrukt door drukkerij Zoeteweij in Yerseke. Als u de vorige Wete met deze vergelijkt, zijn er misschien heel kleine verschillen te bespeuren, maar wij vertrou wen erop dat ons blad weer een in alle opzichten constant hoge kwaliteit krijgt. We wensen u veel lees- en kijkplezier toe. De redactie

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 4