4
Detail uit de kaart van Cornelis Goliath
(eind 17de eeuw) met de brug bij de oude
Koepoort. Links het uitgestrekte Molenwater.
(Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata I,
inv.nr. 311)
op zich. Het is na de voltooiing mogelijk
rondom de stad te lopen over een speciaal
daartoe aangelegd voetpad. Dit werk, dat
in de winter wordt uitgevoerd, is vooral
bedoeld als werkverschaffing voor de
Walcherse landarbeiders. Gedurende deze
transformatie wordt de brug bij de Koepoort
in 1844 gesloopt. Uit geldgebrek besluit het
gemeentebestuur geen nieuwe brug aan te
leggen maar komt men met een goedkoper
alternatief. In 1844 wordt Jan Aarts aange
steld als "buitengewoon commies voor de
administratie der plaatselijke belastingen".
Het klinkt als een gewichtige baan maar in
de praktijk komt het neer op de functie van
veerman op een klein pontje dat de dertig
meter brede vest moet overbruggen.
Een veerdienst
Jan Aarts is weliswaar in dienst van de
stad, maar voor zijn werkzaamheden wordt
hij niet betaald. Om hem enigszins tege
moet te komen mag hij van het gemeente
bestuur kosteloos in de Koepoort wonen.
Hij verdient zijn brood met het geld dat
mensen betalen voor de overtocht. Een
enkele reis kost twee cent, maar het is ook
mogelijk om een jaarabonnement voor één
gulden aan te schaffen. Uit een kranten
artikel van december 1844 blijkt dat het
voor de echt minderbedeelden mogelijk is
om kwijtschelding voor de abonnements
kosten aan te vragen. Hiertoe moet men
zich melden bij de stedelijke griffie die dan
daarover een besluit neemt.
Lange tijd is het stil rond het pontje en zijn
veerman. Pas in januari 1864, bijna twintig
jaar later, komt Jan Aarts weer in de bron
nen voor. Het gemeentebestuur verleent
hem een gratificatie van honderd gulden.
Niet alleen omdat hij "gedurende twintig