13
7
kost. Enkele maanden later wordt een
nieuwe aanlegplaats a 80,- opgeleverd.
Voor een periode van twee weken is het
voor Abraham Beaufort niet mogelijk om
zijn functie uit te oefenen. Als tegemoet
koming voor de inkomstenderving die hij
hierdoor lijdt, ontvangt hij van de gemeente
een bedrag van vijftien gulden.
Een voetbrug?
Je zou denken dat met de nieuwe pont
weer decennialang naar ieders tevreden
heid gevaren kan worden, maar niets is
minder waar. Amper een jaar na de opleve
ring, in oktober 1872, komt bij de gemeente
een verzoek binnen om de pont te vervan
gen door een voetbrug.
Namens de bewoners van de Noord- en
Veersesingel schrijft Gerrit de Keijzer een
brief aan het college van burgemeester en
wethouders. Hij klaagt onder meer over het
geringe aantal uren dat het pontje vaart,
terwijl per 1 januari 1872 alle poorten en
barrières "zoowel des nachts als des
daags" (en dus gratis) geopend zijn. Daar
naast geeft hij aan dat er kinderen zijn die
niet of slechts met grote moeite naar
school kunnen doordat ze het veergeld
niet kunnen betalen en moeten omlopen.
Op aanraden van de gemeentebouwmees
ter wordt De Keijzers klacht afgewezen. De
bezwaren missen volgens hem "nagenoeg
allen grond" maar het grote struikelblok zijn
de kosten voor de aanleg en onderhoud
van een brug. Daarenboven geeft hij een
steek onder water door aan te geven dat
de bewoners van de Singels "hunne tegen
woordige woningen hebben betrokken,
nadat de voormalige brug door eene pont
was vervangen, en zij dus den toestand
kenden, alvorens zij gehouden waren, zich
daarnaar te schikken". Hij sluit af met de
mededeling dat de pont sowieso niet veel
gebruikt wordt. Zo hebben slechts 53
personen een abonnement op de pont
"waaronder 12 heeren, die den kolftuin
in Smoorsgang (de huidige Leliestraat)
bezoeken". De aanleg van een voetbrug
heeft dus bij de gemeente geen prioriteit.
Het uiten van klachten over het veerpontje
Gisteren avond te 9 uren werden twee heeren
met de pont aan de Koepoort alhier door dé
vrouw van den veerman overgezet. Nabij de
overzijde gekomen, was een der passagiers wat
al te haastig om den wal te willen bereiken,
waarvan het gevolg was, dat hij missprong en in
het water viel. Met behulp van zijn medepassa
gier was hij echter spoedig op het droge, zonder
ander letsel dan het onaangename gevoel dat een
koud bad op een Februari-avond teweegbrengt.
Een voetbrug is geen overbodige luxe. De
vrouw van de veerman, Johanna Maria van
Oers, wordt aan het werk gezet. (Middelburg-
sche Courant, 20 februari 1878. ZBI Plan
bureau en Bibliotheek van Zeeland, Kranten
bank Zeeland)
blijft niet beperkt tot de gebruikers ervan.
Ook de gemeenteopzichter doet een duit in
het zakje. Hij heeft geen klachten over het
pontje zelf, maar wel over het functioneren
van Abraham Beaufort. Een van de taken
van de veerman is het voorkomen van
ijsvorming rondom de pont. Bij een inspectie
op 13 december 1879 blijkt dat dit niet het
geval is, ondanks het feit dat Beaufort
"eertijds van de gemeente twee flinke
stootijzers voorzien van handvaten en
scherpe bek heeft ontvangen". Om schade
aan de pont te voorkomen wordt een van
de stadswerklieden gevraagd de pont los
te hakken.
Lange tijd blijft het daarna stil rondom de