12 nant-generaal Steward Bruce verzamelde op zijn beurt 350 man bij Den Haak. Het fort kreeg hierdoor een grotere bezetting dan ooit tevoren, maar omdat de twee zui delijke bolwerken waren weggeslagen, gold het als vrijwel onverdedigbaar. De vijand kon immers vanaf de onbeschermde land zijde de stelling eenvoudig binnendringen. Osten stuurde een koerier naar Bruce om zijn verdedigingsplannen met de Hollan ders af te stemmen. De Hollandse luite nant-generaal liet de Franse brigadegene raal evenwel weten dat de vijand veel te sterk was en dat hij zich bij een Britse lan ding zou terugtrekken. Het feit dat de Hol landers weinig of geen weerstand wilden bieden was in lijn met de instructie die Bruce had gekregen van zijn minister van Oorlog Krayenhoff. Bij een Britse inval moest de generaal zich met een deel van zijn strijdmacht naar Zuid-Beveland bege ven. Op Walcheren zelf zouden de Hollan ders alleen de vestingstad Veere verdedi gen. Nog voordat de Britten voet aan land hadden gezet stuurde Bruce daarom een brief aan het gewestelijk bestuur in Middel burg met het verzoek om vijftig hoogaarzen beschikbaar te stellen voor de aftocht per schip van zijn troepen naar Zuid-Beve- land.17 Ook Osten bleek niet in staat om maar iets tegen de Britse landing te onder nemen. Hij had in de ochtend van 30 juli twee bataljons op het strand van Breezand opgesteld, in de rug gedekt door een ander bataljon dat in de duinen lag. Het bombar dement vanaf de Britse kanonneerboten bleek al voldoende om deze Franse strijd macht te verdrijven. Door het hevige Britse vuur brak er al snel paniek uit onder de verdedigers, waardoor Osten zich gedwon gen zag zijn troepen van het strand terug te trekken naar Serooskerke.18 pond, drie van 12 pond en tien mortieren van 7,5 pond, bezat het fort volgens Sideri- us "zeer defecte en bouwvallige muurwer ken". Zijn aanbeveling om een kustbatterij tussen Den Haak en Veere te bouwen en om in het gebied twee infanteriebataljons en twee eskadrons cavalerie te legeren lag echter volledig buiten het bereik van het "financieel vermogen van het Rijk".16 Bin nen een paar maanden werd evenwel tot schade van het koninkrijk Holland duidelijk dat Siderius een vooruitziende blik had gehad. In het voorjaar van 1809 besloot de Britse regering namelijk om een militaire expeditie naar de Westerscheldemonding uit te rusten. Het doel van de operatie was het openen van een tweede front om de Oostenrijkse bondgenoot te steunen. Als gevolg van de Vijfde Coalitieoorlog was Napoleon in april met zijn Grande Armée Oostenrijk binnengevallen. Daarnaast wil den de Britten de belangrijke marinebasis van Antwerpen uitschakelen. Om deze havenstad te kunnen bereiken moesten de Engelsen echter eerst het eiland Walche ren aan de monding van de Westerschelde bezetten. Eind juli 1809 stuurden de Britten onder bevel van Lord Chatham een troe penmacht van 40 duizend soldaten op driehonderd transport- en oorlogsschepen naar Zeeland. Op 28 juli werd vanaf de Lange Jan, de kerktoren van het Middel burgse Abdijcomplex, de vijandelijke vloot voor de noordkust van Walcheren waarge nomen. De verdediging van het eiland was in handen van het Franse garnizoen in Vlissingen en van de op Walcheren gestati oneerde troepen van het koninkrijk Hol land. Met de Britse invasiemacht in zicht trok op 29 juli de Franse brigadegeneraal Pierre Jacques Osten met ongeveer 1.500 man naar Breezand. De Hollandse luite-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 14