Turven fte-cviwCt-
18
Pinksterdrukte op Walcheren, 1956
C' U&VtrvL
Waar de doorgaande wegen op Walcheren
nu veelal het verkeer om dorp en stad
heen leiden reden de meeste auto's in
1956 nog over kerkpleinen en markten,
door dorpslaantjes en winkelstraten. De
Provincialeweg van Middelburg naar West-
Ford Consul, 1955. (flickr.com)
kapelle liep dan ook dwars door Koude-
kerke, Biggekerke en Zoutelande. Auto
verkeer naar de westkust van Walcheren
maakte zonder uitzondering gebruik van
deze weg en vooral op zomerse zondagen
vonden de bewoners van de dorpen het
een hele drukte.
Hoe druk was het toen echt en wat reed er
zoal voorbij? Ooit heb ik de auto's geteld
en de notities daarvan heb ik bewaard.
Door mijn interesse voor auto's en mijn
opleiding als automonteur kende ik de
automerken en de verschillende types op
mijn duimpje. Zo moeilijk was dat toen nog
niet; er waren minder types, de kenmerken
waren veel duidelijker en bleven vele
bouwjaren achtereen hetzelfde.
Ik telde in mei, juni en juli 1956 op negen
zondagen, op Hemelvaartsdag en tweede
pinksterdag, de drukste dagen van het jaar.
Ik telde aan de Koudekerkseweg bij het
binnenkomen van Biggekerke, 's middags
tussen één en zes uur en meestal bij mooi
weer. Alle auto's werden geturfd en de
merken werden genoteerd in een degelijk
schoolschrift waar ik de volgende informa
tie uit haal.
Bij elkaar telde ik veertig uren en in die tijd
kwamen er 3.185 personenauto's voorbij
die toen nog luxe auto's werden genoemd.
Vrachtwagens en bestelbusjes reden er
toen niet op zondag en de bus van de
Stoomtram Walcheren telde ik niet mee.
Gemiddeld over alle getelde uren kwamen
er bijna 80 auto's per uur voorbij; dat is één
auto per minuut en af en toe een tweede.
Op Hemelvaartsdag, 10 mei 1956, waren
het er 99 per uur, dat is anderhalve auto
per minuut en dan sprak men later van een
zeer drukke dag. Nog drukker werd het op
zondag 8 juli. Ik telde er toen 102 per uur,
bijna twee per minuut. Dat was pas echt
turven!
Wat waren het voor auto's? Voornamelijk
van Duits fabricaat; de top drie was alle
teldagen hetzelfde: Ford, Volkswagen en
Opel. Ford was altijd winnaar, Opel en
Volkswagen wisselden elkaar af tussen
plaats twee en drie. Toen reden er nog wel
veel Amerikaanse wagens, bedenk ik me
nu.
Dat we in 1956 over verkeersdrukte spra
ken is ook wel weer begrijpelijk aangezien
we tien jaar eerder zelden een auto zagen
en we op klepperende klompjes naar de
weg holden als iemand riep: "Di komt een
auto vobie." Natuurlijk speelde ook een rol
dat de bordjes "Achturig Minen" langzaam
aan verdwenen en werden vervangen door
bordjes "Zimmer frei".
Nu sta ik soms op een mooie zomerdag
aan de Rondweg Biggekerke een paar