49 In 1811 verscheen een decreet van Napo leon, waarin stond dat in zijn keizerrijk 32 duizend hectare met suikerbieten moest worden bebouwd. In Zeeland vond men dat het seizoen van 1811 al te ver gevor derd was om nog suikerbieten in te zaaien. Er was onder de Walcherse boeren toch al weinig belangstelling voor de bietenteelt en Middelburg overleed vrij kort nadat zijn fabriek in bedrijf genomen was. Na de val van Napoleon in 1815 werd riet suiker weer goedkoop en was de noodzaak om bieten in te zaaien van de baan. De teelt van suikerbieten kreeg in Zeeland een grote stimulans toen halverwege de negentiende eeuw de meekrapteelt het al helemaal niet als het onder dwang moest. Grondeigenaar Pieter Pous, die de boerde rijen Ter Linde in Serooskerke en Ter Mee in Oostkapelle bezat, had wel belangstel ling voor het nieuwe product. Hij liet een perceel met suikerbietenzaad inzaaien. Dit tot groot ongenoegen van boeren in zijn omgeving, die hem zelfs molesteerden. In Nederland werden dertien suikerfabriek jes opgericht, waarvan één in Zierikzee en één in Middelburg. Beide kwamen in 1812 in bedrijf. De fabriek in Zierikzee ging al snel failliet en de eigenaar van die in Grijpskerke. (foto Mieke Meijer) zwaar te verduren kreeg. Meekrap werd vooral verbouwd voor de rode kleurstof alizarine. Na de ontdekking van synthetisch alizarine in 1868 ging de meekrapteelt ten onder. De Zeeuwse bieten werden verwerkt in West-Brabant, waar in 1872 al twintig sui kerfabriekjes stonden. In hetzelfde jaar werd een suikerfabriek in Sas van Gent opgericht, die eigendom was van de N.V. Beetwortelsuikerfabriek Sas van Gent. En in 1899 werd in deze plaats een tweede

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 51