5 gevallen: "tot anders geenen eynde dan om het hoofdstuck dewelck is 't Land van Walcheren aen te tasten ende hen lancx de Duynen, daer hy in drye uren tyts van der Sluys can commen, landende, op den haeck [cursivering door de auteur] te wor pen, ende hem daer sterck te maken ende havene voor zyne Schepen uyter Zee met cleenen cost te maken ende behouden, ende naer hy sterck van volcke zal wezen, Arnemuyden (dewelck geheel zwack is) te overrompelen." 5 Het was dan ook volgens de Staten nood zakelijk om "'t Landt van Walcheren te forti ficeren ende te versien van volcke".6 Zij stelden onder andere voor om twee- tot driehonderd ruiters in het duingebied te stationeren. De conclusie lijkt gerechtvaar digd dat de Zeeuwse bestuurders daar naast besloten zo snel mogelijk een verde digingswerk bij Den Haak op te werpen om de verwachte Spaanse invasie te kunnen keren. Twee toezichthouders werden aangesteld voor de bouw van het fort: ingenieur Simon Claus uit Tholen en Jan Simonsse van der Vere. Het ontwerp voorzag in een verster king met een vierkante vorm, waarbij de twee halve bastions aan de zeezijde en de twee volle bastions aan de landzijde zou den worden verbonden door aarden wal len. Rondom de drie landzijden van het fort was een natte gracht gepland. Op de twee halfbastions moest geschut worden opge steld waarmee schepen onder vuur konden worden genomen. In het noordelijke basti on bevond zich de stenen kruitkamer. Het werk vorderde vlot en op 23 mei 1588 waren er al twee compagnieën in Den Haak gelegerd: het vendel van kapitein Frederick van Dorp (140 man) en het ven del van kapitein Barendrecht (100 man). Beide eenheden beschikten over muske tiers, hellebaardiers, piekeniers en arque- busiers.7 De troepen in Den Haak waren dus paraat toen begin augustus 1588 de Spaanse Armada van 130 schepen met 30 duizend opvarenden door Het Kanaal voer. De campagne zou voor de Spanjaarden in een fiasco eindigen. De Spaanse vloot Kopie van een tekening van J. Elandt uit 1663. slaagde er niet in zich te verenigen met het invasieleger van Parma. Diens strijdmacht van 25 duizend man was in de havens van Duinkerken en Nieuwpoort opgesloten door een Hollands-Zeeuwse blokkadevloot. In de nacht van 8 augustus vielen Engelse branders onverwachts de Armada bij Calais aan. De volgende dag bleek de Spaanse vloot zo aangeslagen te zijn dat besloten werd de invasie af te blazen. Op de terugtocht naar Spanje moest om

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 7