6 Veersedam, 1999. In het midden zijn de contou ren van het voormalige fort Den Haak nog zicht baar. (foto Rijkswaterstaat) Schotland en Ierland heen worden geva ren. Hierbij leed de Armada door storm en gebrek aan voorraden de zwaarste verlie zen. Bedreigd door zee en zand Nu het oorlogsgevaar was geweken werd de militaire aanwezigheid op Walcheren weer afgebouwd. Een jaar later was alleen nog het vendel van kapitein Barendrecht in de omgeving van Veere en Den Haak aan wezig. Het fort beschikte waarschijnlijk enkele jaren later niet over een permanen te bezetting want in 1604 werd besloten om er een pesthuis voor soldaten te bou wen. Vanwege de geïsoleerde ligging van Den Haak werd het vermoedelijk geschikt geacht om hier militairen die aan besmette lijke ziekten leden af te zonderen. Het was uiteraard niet verstandig om er daarnaast ook nog gezonde troepen te legeren. Dat men het nieuwe fort ook voor andere, ille gale, doeleinden wilde benutten bleek al snel na de bouw. Handelaren misbruikten al in de zomer van 1588 Den Haak om er bier en wijn aan land te brengen en aan soldaten en dijkwerkers te verkopen. Hier door konden de accijnzen en heffingen die in de havens werden geheven worden omzeild. De Staten van Zeeland namen daarom het "Placaet van den opslach van Bieren" aan dat de opslag in het fort ver bood en bepaalde dat alle bier en wijn naar de Walcherse steden moest worden ge- bracht.8 Bij het uitbreken van de Eerste Engelse Oorlog in 1652 bevond het verdedigings werk zich nog in een redelijke staat. Het

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 8