11 en ge-nacht!" Meteen sloeg hij de deur dicht en liet de verbouwereerde arbeider in het donker achter. Angstig riep deze: "Deur aegen en bossen." En warempel, meteen stond hij bij de bedstee van zijn zieke vrouw. Maar heel zijn gezicht zat onder het bloed en de schrammen, wat geen wonder was want hij was niet over maar door ha gen en bossen gesleurd. Nog niet thuis De Plaa had de gewoonte om niet overdag maar 's nachts te leven. Overdag lag hij doorgaans in zijn bed. Toch had hij niet de moed om in het donker te voet zijn huis te verlaten. Moest hij naar een hofstede voor een ziek dier, dan liet hij zich door de eige naar met paard-en-wagen ophalen of hij liet een koetsier komen om hem te bren gen. Werden ze dan onderweg toevallig door een hevige onweersbui getroffen dan greep hij de koetsier stevig beet en gilde doodsbenauwd: "'t Gaat niet goed! Wij gaan eraan! De wereld vergaat, zie je dat nou niet, sufferd!" Dagelijks leurde Jantje Onderdijk met kolo niale waren met zijn hondenkar op Walche ren. Toen hij op een warme dag Meliskerke verliet trof hij daar De Plaa. Die zei: "Je goeie reis Jan, maar je bent nog niet thuis." Toen Jan buiten het dorp kwam ging hij op het bankje op zijn kar zitten. Hij was nog geen honderd meter buiten het dorp of de honden renden plotseling naar de kant van de weg. Jan sprong vlug van zijn kar en met wat duw- en trekwerk kreeg hij de die ren weer op het goede spoor. Maar nauwe lijks was hij weer gezeten of hetzelfde her haalde zich. Het werd een ware marteltocht en veel later dan gewoonlijk kwam hij thuis. In de daaropvolgende weken werd dit ver haal op elke boerderij verteld. Toen een boer enkele maanden later aan De Plaa vroeg hoe hij de honden had betoverd ver telde die dat hij, toen Jan bij een familie in het dorp koffie zat te drinken, de honden water had gegeven waaraan hij een schep zout had toegevoegd. Onderweg naar huis kwamen de dieren haast om van de dorst. Als Jan ze toen uit de sloot had laten drin- De Plaastraat, Meliskerke, juli 2017. (foto J.H. Midavaine) ken zou de 'betovering' verbroken zijn ge weest. Zwarte kunst Op een winterdag werd een boerenknecht naar De Plaa gestuurd. Zijn baas had de veearts nodig bij de bevalling van een koe. Daarna nam de knecht de kortste weg terug naar zijn baas, maar hij kon de hof stede niet terugvinden. De Plaa had intus sen de koetsier ontboden en liet zich naar de hofstede rijden waar zich een koe in barensnood bevond. Toen alles al lang en breed achter de rug was, was de knecht nog steeds niet thuis. De arme jongen zwierf de hele avond rond, maar hij kon de boerderij niet vinden. Hoewel hij daar al vele jaren woonde en iedere boom en sloot

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 13