13 Recept uit het boek van P. de Plaa. (collectie J.H. Midavaine) 15. Middel tegen het straf 7'ochtig zijn der Koeien waardoor zij geen Kalf opnemen. Azet. Vini. onsen 8 Sijvp. Gumum. i Gum. Camphor. drachm. i M. Ineens ingeven op 't eind van de tochtigheid en 8 uren na het ingeven mede naar den stier gaan. knecht van de hofstede reed met hem mee terug om bij hem een drankje te halen. Het werd in zijn apotheek klaargemaakt en voordat de knecht ermee wegging zei hij: "Wees voorzichtig met de fles. Houd 'm goed vast dat je 'm niet breekt." "Zie je me voor zo'n sufferd aan, dat ik niet voor een fles kan zorgen?" antwoordde de knaap. "Nou ja, ik geef maar een goeie raad", zei De Plaa spottend. Even voordat de knecht de hofstede bereikte moest hij bij een bre de sloot over een bruggetje. Daar stootte hij de fles per ongeluk tegen de leuning kapot. Met hangende pootjes kwam hij bij zijn baas en vertelde wat er was gebeurd. Die was woedend en gaf hem voor vijf cent, een pak slaag dus. Hem met de lief lijkste namen betitelend liet hij het ventje achter. "Ik zal hem zelf wel gaan halen, je kunt zulke kinders nog niet eens om een boodschap sturen." Toen De Plaa het verhaal over de onhandi ge knecht had aangehoord, zei hij lachend: "Zoiets zou jou ook best kunnen overko men." "Wat! Nou nog mooier! Voor de drommel nog an toe, waar zie je me voor aan? Ik zal geen fles kunnen dragen en heel thuisbrengen? Man, laat me niet la chen." De Plaa lachte een beetje vreemd, maar zei verder niets en ging in zijn apo- theek een andere fles klaarmaken. "Goeie reis en wel thuis", zei hij spottend en over handigde de boer een nieuwe fles. Laat nou de boer bij dezelfde sloot de fles zelf ook tegen de leuning kapot stoten. Hij liep terug naar De Plaa, bedremmeld en verle gen, met heel wat minder praatjes dan zo-even. De Plaa had hem al verwacht: "Heb ik niet gezegd dat jou zoiets ook zou kunnen overkomen? Maar je geloofde me niet. Ik had wel gedacht dat het zo zou lopen, daarom heb ik er gewoon water in gedaan. Nogmaals een goeie reis en wel thuis gewenst." Met een nieuwe fles kwam de boer vervolgens zonder ongelukken thuis. Tegen een knappe meid zei De Plaa eens: "Als je met het een of ander verlegen zit, kom dan naar Piet de Plaa, m'n allerliefste kind. De paeremeester weet voor elk gaat je wel een spijkertje te vinden." Hij meende het niet eens dubbelzinnig of vulgair. Het einde Een maand na het overlijden van Piet de Plaa lieten zijn weduwe en zijn schoonzoon Willem Sanders op 31 januari 1894 in de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 15