17 nog een tijdje van hem overgenomen. Mijn tante, Nel Julianus-Koppejan, kon hier nog wel het een en ander over vertellen: "Toen Jan in Indië zat nam vader de bestel dienst over en moest ik vaak mee. Nog lang niet iedereen had een koelkast of koelvitrines. We leverden eerst het ijs af bij de slagers en daarna bij de cafés. Dan Het moeten er in de jaren zestig beduidend minder zijn geweest. Mijn vader reed toen al met vrachtauto's en wekelijks reed hij er een tiental af. Ik ging graag met hem mee omdat ik dan nog weleens een bolus of iets anders lekkers kreeg toegestopt. Bakker Immerzeel bijvoorbeeld deed nooit moeilijk, hij schotelde mij altijd meteen allerlei lek- gingen we naar Goverse in de Nieuwstraat, Adriaanse in de Kromme Weele en Bok op de hoek van de Bree en de Wagenaar- straat. In de ijsfabriek stonk het geweldig naar ammoniak. Ook brachten we de be stelde boodschappen van kruidenier Klei- nepier aan de Rotterdamsekaai bij zijn klanten rond. Soms was dat naar adressen buiten de vaste route en dan bracht ik ze op de fiets." Volgens de inmiddels overleden bakker Cor de Wolf leverde mijn vader, zeker in de jaren vijftig, aan alle bakkers in de binnen stad in Middelburg de bloem. Dat waren er in die tijd meer dan dertig. De Baanstraat in de jaren zestig. Het eerste huisje links was het ouderlijk huis van Jan Koppejan. kernijen voor. De laatste bakker waar we naartoe gingen was Klapwijk aan de Seis- weg. Dat het aantal bakkers dat mijn vader van bloem voorzag in de jaren zestig al zo was teruggelopen kwam volgens Pim Davidse en Piet Louwerse, oud-werknemers van mijn vader, onder andere doordat de mole naars Krijn Zandburg van de Oude Vlis- singseweg en Piet Nijpjes van de Veerse- weg zelf ook bloem waren gaan rond-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 19