Bij dit nummer
H<W
2
Deze zomer zullen weer honderdduizen
den badgasten hun badlakens uitspreiden
op de Walcherse stranden. Op Walcheren
spreekt men nog altijd van badgasten als
men toeristen bedoelt. Dit heeft er natuur
lijk mee te maken dat het vroege toerisme
gericht was op plaatsen aan zee, zoals
Domburg en Vlissingen, waar men een
zeebad kon nemen.
In de afgelopen 180 jaar is het Walcherse
badtoerisme een volwassen bedrijfstak ge
worden. Aan een groot aantal Nederlandse
opleidingsinstituten kan men leren hoe
het de toerist naar de zin te maken. Hier
worden vakken gedoceerd als cross cultu
ral management, imagineering, toerisme,
bestemmingen, thema- attractieparken,
vrijetijdskunde, travel industry en hospitali
ty management.
Bij een volwassen toeristische wetenschap
hoort ook een model. Volgens het model
van de geograaf R.W. Butler, 'the tourist
area cycle of evolution', bestaan er zes
fasen in de ontwikkeling van toeristische
plaatsen. Met enige goede wil zijn deze
fasen herkenbaar in de toeristische ontwik
keling van Walcheren.
In fase een is het gebied nog onbekend bij
toeristen; slechts een enkele pionier be
zoekt het en voorzieningen voor toeristen
ontbreken. Op deze eerste fase van ver
kenning volgt de fase van betrokkenheid
van de lokale bevolking, waar het besef
doordringt dat er wat te verdienen valt. Er
worden diensten verleend aan de toeristen,
die nu ook regelmatiger en in een grotere
stroom het gebied bezoeken. Fase drie
is die van de grote expansie; het aantal
gasten en de omzet nemen aanhoudend
toe. Daarna volgen fasen van consolidatie
en stagnatie (4) en zelfs terugloop (5). De
jaren van almaar stijgende aantallen be-
zoekers en grote investeringen zijn voorbij;
het gebied heeft een gevestigde naam in
de wereld van het (massa)toerisme.
(Bad)gasten uit lagere inkomensklassen
maken in ruime aantallen hun opwachting
en rijkeren bezinnen zich op hun komst:
wat hebben zij nog te zoeken in een plaats
die haar exclusieve karakter grotendeels
heeft verloren? In fase vijf heeft het gebied
te lijden onder de nadelen van het mas
satoerisme: lawaai- en verkeersoverlast,
vervuiling, vandalisme. Op den duur ver
liest het gebied bezoekers aan opkomende
en vaak goedkopere gebieden elders. De
zesde en laatste fase is die van een zeker
verval waarbij overheid en investeerders
elkaar trachten te vinden om de plaats er
weer bovenop te krijgen.
Soms kunt u bij het lezen van artikelen in
De Wete fasen uit zo'n model ontdekken.
Ook uit dit zomernummer valt weer veel
te leren. Zo heeft Antoon Bosselaers een
oude foto bestudeerd, een studie verricht
naar de Dampoort in Middelburg en met
behulp van moderne technieken hiervan
een reconstructie gemaakt. Een vondst van
een oud boekje was voor J.H. Midavaine
de aanleiding om zich te verdiepen in het
leven van de Meliskerkse paeremeester
Piet de Plaa. In een rijk geïllustreerd artikel
verhaalt A.R. Koppejan over het Middel
burgse slepersbedrijf van zijn vader Jan.
Jaco Simons neemt ons mee naar een
tropisch Koudekerke in Azië.
We hopen niet alleen dat u er iets van op
steekt maar ook dat u het met plezier leest.
De redactie