22
er een wijk als zodanig was gepland. Niets
is namelijk minder waar. Er werd grond be
schikbaar gesteld en bouw goedgevonden
aan weerskanten van de Duinweg, op het
duin en in de manteling, al naar gegadig
den zich aanmeldden. Dit in tegenstelling
tot wat de naoorlogse praktijk laat zien en
wat wij nu als normaal beschouwen.
van overheidswege, grootschaliger dan het
dorp ooit gekend had. In de periode door
het boekje in beeld gebracht, dus vóór de
Tweede Wereldoorlog, was het daarente
gen een aaneenschakeling van individuele
onderneminkjes en vrijheid blijheid. Van
projectontwikkeling was geen sprake. De
'opdrachtgever' en financier van de bouw
Noordendolfer 17, Zoutelande. Gebouwd in
opdracht van de familie Van Houte; eertijds De
Houtsnip geheten. (foto Aad de Klerk)
De tekst van Dorleijn tipt ook de naoorlog
se situatie voor wat Zoutelande betreft hier
en daar terloops aan: een terrein door de
gemeente gereserveerd voor sportvelden
of door een ontwikkelaar volgebouwd met
zomerwoninkjes, het appartementencom
plex, het campingbedrijf, alles op plaatsen
aangewezen door planning en bestemming
was geen ondernemer op de bouwmarkt,
geen 'kapitalist' die uit was op belegging.
De bouwheer van de villa was kunstschil
der, advocaat, leraar, dominee, bankman,
woonachtig in Rotterdam, Amsterdam,
meermalen ook in Middelburg of Vlissin-
gen, maar zeker niet in Antwerpen of het
Ruhrgebied. De bouwers voor eigen reke
ning begroetten elkaar als gelijkgezinde
Zoutelandse stamgasten. Een Nederlands
burgerlijk onderonsje, zou je kunnen zeg
gen.