De Groote
Oorlog
25
Toebak voor den keizer, en 23 cent tractement
eiland, J.W. van Swigchem, leraar aan de
Christelijke Kweekschool in Middelburg.
Een bevriende relatie hielp hem aan een
lening, die vóór 1940 was afbetaald dankzij
verhuur in de zomermaanden. Een archi
tect kwam er niet aan te pas, dus waren
er ook geen architectenkosten. De ideeën
voor de vormgeving kwamen uit de koker
van mevrouw L.P van Swigchem-de Kruij-
ter en haar bouwkundige adviseurs, met
name aannemer Dingemanse die het huis
bouwde.
Er is oude baksteen gebruikt, beschikbaar
gekomen door de brand in de Middelburg
se Lange Delft in 1929. Een aansluiting op
het net van de PZEM was mogelijk, maar
gas en waterleiding ontbraken. Regen
water, opgevangen door een omvangrijke
kap, werd opgepompt naar een reservoir
op de vliering. De plek, op enige afstand
van het duin, was uitgekozen - in de perio
de van vrijheid blijheid - vanwege het vrije
zicht over het eiland, van de vuurtoren van
Westkappel tot de kranen van de Vlissing-
se scheepswerf. Tevens bood het grote
zuidraam een mooie blik op de duinen van
Valkenisse.
Het huis diende na mei 1940 (de brand van
Middelburg) een tijdlang voor permanente
bewoning. Nadat de Van Swigchems te
ruggekeerd waren naar Middelburg, is het
in beslag genomen door de Duitsers die
er een ziekenboeg in vestigden. In 1944
kwam het in een veld van landmijnen en
prikkeldraad te liggen, daarna tot aan de
goot in het zeewater door de inundatie. Het
overleefde alles, ook het ontploffen van
verzamelingen van landmijnen op het na
burige erf aan de noordkant, na de oorlog.
Het huis heeft, na in 1945 afgestoten te
zijn door Van Swigchem die naar Holland
trok, onder andere gediend als plaats van
samenkomst voor de Gereformeerden
Vrijgemaakt. Het bleef buiten de planning
van de wijk achter de Duinweg. Het is nog
steeds, of liever weer, particulier bewoond.
C.A. van Swigchem (1923-2010)
Een verdienstelijk schilder
"Het hangt in de woonkamer", zei de
Oostkappelaar bij wie ik vorige week op
bezoek was. Daar hing een schilderij van
een van de torens van kasteel Westhove,
oprijzend uit het water. "We hebben er ook
nog een van de zijkant van het boeren-
huis", zei de achterkleinzoon van de boer
uit 1914. "Daar staat de welput nog op.
Een brief uit Den Haag moeten we ook
nog hebben waarin hij bedankt voor de
aangename tijd die hij op de hoeve had
doorgebracht."
'Hij' was een van de duizenden Neder-