5 een dichter, het gebeurde allemaal binnen een paar jaar. Het originele archiefstuk waarin Digne Robbertsdochter vermeld staat zal Jo Verstraate zeker niet onder ogen gehad hebben, want dat was toen kwijt. Het docu ment van de zaak tegen Digne R. en trou wens ook dat van Geertrui Willemsdochter Backer (die de hoofdpersoon van De heks van Veere werd) was afkomstig uit het 'Registre van den Criminelen Saecken' van de Veerse Vierschaar.6 Dat register was al in de Franse tijd niet meer aanwezig. Sinds 2005 is het terug; het werd op een veiling aangekocht. Het bevat talrijke vonnissen voor diefstal, beroving, vechtpartijen, moord én hekserij. We zien dus wat de schrijfster heeft gedaan: van de ene heks nam ze de naam, maakte die wat fraaier, en van de andere nam ze het verhaal. Dat Jo Verstraate als pseudoniem de naam van een heks koos, is al opmerkelijk. Dat ze jaren later ook nog een roman schreef over dit onderwerp wijst er wel op dat heksen- vrouwen haar fascineerden. Vrouwen die buiten de maatschappij geraken, die uitge jouwd en uitgekotst worden en uiteindelijk moeten boeten voor hun gedrag - het is niet niks wat haar bezighield. En dat dan nog kort na de oorlog. Het echtpaar Beversluis-Verstraate heeft de processtukken waarschijnlijk ont dekt in Eenige Zeeuwsche Oudheden, samengesteld door Jacobus Ermerins (1725-1795).7 Ermerins was vanaf 1767 stadssecretaris van Veere en in de laatste maanden voor zijn dood baljuw. Hij werkte veel in het archief en publiceerde over de geschiedenis van Veere en Walcheren. In het tweede stukje van het vijfde deel van Ermerins' Zeeuwsche Oudheden stonden de transcripties van de twee sententies (vonnissen): op bladzijde 342 begint de Martien Beversluis, vooraan met pijp, tijdens een communistisch congres, 22 juli 1936. Plaats en fotograaf onbekend. (Letterhuis Ant werpen)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2018 | | pagina 7