6
Walcheren in het midden van de zestiende
eeuw. In grote lijnen vertelt het boek het
leven van Geertrui Willemsdochter Backer.
Ze werd geboren in Zanddijk en groeide
Confessie van Digne R. en daarna volgt
de bekentenis van Geertrui W.B. De volle
dige vonnissen zijn voor zover bekend na
Ermerins nooit meer gepubliceerd. Omdat
de originelen uit het archief ontvreemd
waren en Jo Verstraate aan het eind van
haar roman Geertrui, de heks van Veere
de complete bekentenis met het vonnis
Jacobus Ermerins (1725-1795). Commies
en ontvanger der gemene middelen te Lillo
(1747-1767), secretaris van Veere (1767-1788),
baljuw te Veere, historieschrijver. (Zeeuws Ar
chief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata,
deel IV, nr. 340)
publiceerde, kan het niet anders dan dat zij
Ermerins' uitgave als bron gebruikte. We
zullen hierna zien dat er tussen de publica
tie van Ermerins en die van de roman van
Dignate nog door anderen over de Veerse
heks is gepubliceerd. Nu eerst het verhaal
zoals het in de roman verteld wordt.
Het verhaal
Geertrui, de heks van Veere speelt op
als wees met haar zus op in Arnemuiden.
Als het daar om allerlei redenen misloopt,
vertrekt ze naar Veere.
Geertrui is een bijzonder meisje. Ze houdt
van mooie spullen, is erg op de natuur
gericht en verzamelt planten en kruiden.
Ze is goed ontwikkeld. De grote lijn van
het verhaal is dat deze jonge vrouw door
allerlei omstandigheden uiteindelijk als
door de duivel bezeten wordt gezien en na
enige martelingen tot een bekentenis komt,
waarna ze wordt verbrand. Het inmiddels
zeventig jaar oude boek is dik: het telt 348
bladzijden. Er gebeurt heel wat en dat laat
zich niet in een paar alinea's vertellen. Het
boek maakt nu een ouderwetse indruk,
alleen al door de overdaad aan gebeurte
nissen. Het gaat namelijk niet alleen over
Geertrui's gedrag binnen de elite en over
haar contacten met kruidendokters en
geestelijken; haar hele leven met de bijzon
dere levenswandel van kort na de geboorte
tot de verbijsterende marteldood trekt aan
ons oog voorbij, met alle uitweidingen
die kenmerkend zijn voor de historische
streekroman. Als de argeloze lezer op zo'n
veertig procent van het boek is, komt de
zoveelste aantrekkelijke man in het leven
van Geertrui. Met deze uitverkorene begint
ze, in het volle besef van haar zonde, een
verhouding. Haar kleding kan veel verber
gen maar uiteindelijk is de zonde zichtbaar:
het is al maegt totdat de buuc oprijst,
luidde het middeleeuwse spreekwoord. Zo
ging het ook in Veere met die mooie, sym
pathieke, dromerige Geertrui.
In deze Geertrui-geschiedenis is de hef
tige relatie met haar minnaar een diep