60 Avondstond, Meersorgh en Goede Ver wachting. Op 12 april vervolgden de schepen hun reis op zoek naar Zuidland. De Africaen- sche Galey leed op 19 mei schipbreuk op een eiland dat toen meteen maar Schade lijk Eiland werd genoemd. De bemanning en een deel van de lading kon worden gered, maar een groot deel van de levens middelen ging verloren. Dit had tot gevolg dat er bemanningsleden aan scheurbuik overleden. De expeditie werd met twee schepen voortgezet. In een poging voedsel te vinden werd op 3 juni een eiland aangedaan waarvan de bewoners zich tegen hen keerden; er vie len enkele doden. Met niet meer dan een paar zakken met groene blaadjes en vier kokosnoten keerden de zeelieden terug aan boord. Niettemin kreeg het eiland van de bemanning de naam Verkwikking. Nog diezelfde dag besloten Jacob Roggeveen en zijn kapiteins de zoektocht naar Zuid- land te staken en naar huis terug te keren. Dit tot vreugde van de overgebleven be manning. Inmiddels waren er al zo'n hon derd van hen gestorven, voornamelijk aan scheurbuik. Op 4 oktober 1722 bereikten de twee sche pen de rede van Batavia. Binnen het oc- trooigebied van de VOC werden de Arend en de Thienhoven als vreemde schepen beschouwd; ze voeren onder de vlag van de West-Indische Compagnie (WIC). Om die reden werden ze in beslag genomen en de bemanning werd gearresteerd. Wat van de lading van waarde was, werd verkocht. Hierna volgde een juridisch gevecht tus sen de WIC en de VOC. Op 2 maart 1725 eindigde het geschil met de uitspraak dat de VOC als vergoeding voor schepen en lading 120 duizend gulden moest uitkeren, plus de gage voor de bemanning voor de reis van Batavia naar Texel. De VOC had toegegeven dat de twee schepen door ge brek aan water en proviand genoodzaakt waren geweest het octrooigebied van de VOC binnen te varen. Op 2 december 1722 ging Jacob Rogge veen aan boord van het VOC-schip Kom merrust terug naar Nederland, waar hij op 4 juli 1723 aankwam op de rede van Texel. Vervolgens reisde hij toch weer naar Mid delburg, hervatte daar zijn oude werk en gaf het laatste deel uit van de geschriften van Van Hattem. Vier jaar later overleed hij. Ondanks alle ontdekkingen was de reis voor Jacob Roggeveen op een mislukking uitgelopen. Hij had Zuidland niet gevonden. Frans van den Driest

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 63