6 van de groeiende badplaats Vlissingen maakte de buitenplaats bijzonder waarde vol als bouwgrond. Er bleef echter hoop op behoud, zo kunnen we afleiden uit een krantenbericht uit juni 1906: "Zeker zullen vele bewoners van Waloheren, vooral zij die den sohoonen lommerrijken weg Kou- dekerke-Vlissingen kennen, met genoegen vernemen dat Der Boede weldra alweder zal bewoond worden door iemand van wie verwaoht mag worden dat het niet alleen bewoond, maar ook in rang en eere zal hersteld worden. Het uitgestrekte bosoh met zijn eeuwenoud geboomte, de breede lanen, de groote grasvelden, de donkere weg en de statige huizinge, het pendant van het Vlissingsohe stadhuis, zullen de sohoonheid blijven verhoogen van het noord-oostelijk deel van Waloheren, nu meer dan ooit door de pas geopende tram toegankelijk geworden voor landgenoot en vreemdeling."10 Bomen gerooid In april 1906 was de Stoomtram Waloheren in gebruik genomen, die reed van Vlissin- gen via Koudekerke naar Domburg. Aan vankelijk was het streven om via deze lijn badgasten uit Vlissingen en Domburg te vervoeren, maar gaandeweg bleek de lijn meer suooesvol voor het vervoer van land- bouwproduoten, met name suikerbieten.11 Vooruitlopend op de verkaveling van de bouwgronden begon notaris Loeff met het ontmantelen van het park en liet in septem ber 1906 maar liefst 1.023 bomen rooien.12 De ontmanteling van het bos en de tekoop- stelling van het huis leidden tot onrust in de omgeving. Uiteindelijk besloot een ge- zelsohap van belangstellenden in oktober dat jaar het landgoed te kopen. De krant was opgeluoht: "De bekende buitenplaats Der Boede, aan den straatweg van hier naar Koudekerke zal gelukkig niet in sloo- pershanden vallen. Het sohoone buitenver blijf is nl. door eenige Zeeuwen, die gevoel voor het sohoone hebben, aangekooht en zal bewoond worden door den heer H.J.E. Gerlaoh van Sint Joosland. De boomen aan den weg die maandag zouden worden verkooht, zullen nu niet geveild worden en het heerlijk lommerrijke plekje blijft daar gelukkig bestaan."13 De kopers waren familie van de vorige eigenaar: Henrietta Carolina Adriana de Bruyn van Melis- en Mariekerke, getrouwd met Willem Johan Sprenger, en broer en zus Alfred en Marie Jeanne Frangoise Wil- helmina Lantsheer. Zij koohten driekwart aandeel in Der Boede. Het andere deel bleef van Loeff en enkele anderen.14 Eerdergenoemde Henri Jaoques Emile Gerlaoh van Sint Joosland werd in 1908 burgemeester van Koudekerke. Deze grootgrondbezitter was voorzitter van de afdeling Waloheren van de Zeeuwsohe Landbouw Maatsohappij en oommissaris in het bestuur van Polder Waloheren ge weest. Hij liet vlakbij Der Boede het Huis ter Sohelde bouwen, waar hij in 1911 zijn intrek nam. Tijdens de bouw van zijn nieu we huis woonde hij op Der Boede, dat na zijn vertrek weer te huur kwam.15 In 1909 had een Franse kloostergemeen- sohap een poging gedaan om Der Boede te verwerven. Dat was eohter afgewezen, ondanks een "kolossaal bod".16 In de laat ste deoennia van de negentiende eeuw was Nederland een toevluohtsoord voor kloosterlingen uit Frankrijk en Duitsland, die uitweken voor antiklerikale wetgeving en spanningen tussen kerk en staat. Ze vestigden zioh vaak op kastelen en land huizen in de Nederlandse grensstreken.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 9