I 1 1.1 13 v- i i Van de eerste jaren is dat niet bekend, maar vanaf 1956 is de boekhouding be waard gebleven die jaarlijks door de ZLM werd opgemaakt. Aan de hand hiervan kunnen deze vragen worden beantwoord. Het bedrijf was qua grondgebruik in de eerste periode een akkerbouwbedrijf, zoals meer dan de helft van de bedrijven in Zee land. Geen zuiver akkerbouwbedrijf, want ongeveer twintig procent van de grond bestond uit blijvend grasland, ten dienste van de - beperkte - veestapel. Qua ge realiseerde opbrengsten was het echter als gemengd bedrijf te beschouwen, want de opbrengsten uit de akkerbouw en het vee waren in de eerste periode gemiddeld ongeveer gelijk. Na de halvering van het bedrijf (zie hieronder), kwam de nadruk steeds meer op het vee te liggen, zowel wat het grondoppervlak betreft (ongeveer vijftig procent grasland) als de gerealiseer de opbrengsten (gemiddeld zeventig pro cent te relateren aan het vee). Zo'n gemengd bedrijf had voordelen, zoals risicospreiding en het kunnen benutten van bijproducten van de akkerbouw. Soms De boerderij op Hoogelande, woonhuis met schuur. De voormalige noodwoning op de ach tergrond, ca. 1955. (coll. Dingemanse) was het ook noodzaak om zo de grond die ongeschikt was voor akkerbouw toch te kunnen gebruiken als grasland. Om de tijdsinvestering die dat vee vergde zo klein mogelijk te houden, lag in die situatie de nadruk op jongvee of slachtvee en minder op melkkoeien.6 Hendrik had echter zowel jongvee als melkkoeien. Tussen de docu menten zit bijvoorbeeld een diploma van de Stichting Regionaal Orgaan voor Melk hygiëne te Breda vanwege de kwaliteit van de geleverde melk in het jaar 1961. In de administratie is jaarlijks ook een opbrengst genoteerd voor melk en boter. Gedurende de jaren 1956-1965 bezat Hendrik per 1 januari gemiddeld vier tot zes melkkoeien, één of twee stuks jongvee en één kalf. Maar er werden jaarlijks ook vier a vijf kal veren gefokt die vaak in hetzelfde jaar al werden verkocht, al zijn ze in de adminis tratie soms ook terug te vinden onder het kopje "gestorven zonder opbrengst"...

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 15