waist*stk/J wxoo zi iz£e e90i
en al vlug stroomde het water door het gat
van de dijk naar binnen.
Er volgden bange nachten op zolder, maar
na enige tijd kwam een bootje vanuit Veere
langsvaren om te zien hoe de toestand
was. Dat ze niet op die zolder konden
blijven, was wel duidelijk. Maar waar ga je
dan naartoe? Veel contacten in Veere had
het gezin Cevaal niet. Mijn vader, Willem
de Buck, bood de familie onderdak aan.
Niet dat ze elkaar kenden, maar dat doe je
in zo'n situatie gewoon.
Er werd ingeschikt in het huis in de War-
wijcksestraat. In Veere kwam het water
niet. De Veerseweg en de Langedam wa-
Bombardement in Veere, 12 oktober 1944.
(ZB, Beeldbank Zeeland, Public Record Office,
33086. Reproductie AIR 24/296)
V tfcuJL H
j>~t i3 a
ren afgedamd en het water was niet hoog
genoeg om via de vesten binnen te komen.
Voor Jo was dit wel gezellig. Rie en zij
scheelden wel een paar jaar, maar toch
was het gezelschap.
Naar Sturm
Toen Noord-Beveland al bevrijd was en
de bevrijding van Walcheren stagneerde,
begonnen 's nachts de kanonnen van
de geallieerden van over de Sloedam te
schieten op Veere. De Duitse commandant
had geen zin zich over te geven. De bevrij
ders kwamen door hevig verzet niet verder
langs de kust vanuit het noorden, dus werd
er een weg gezocht vanuit Arnemuiden.
Nadat Vlissingen op 3 november was be
vrijd, werd van daaruit geschoten. In Veere
werden de schuilkelders weer opgezocht.
De schuilkelder in de Warwijcksestraat -
ook een gat in de grond in de tuin - was
te klein voor acht mensen, dus werd
bescherming gezocht in huis. Toen de
beschieting te heftig werd, werd besloten
naar de schuilkelder bij Sturm te gaan.
Eerst zou de familie De Buck gaan en daar
achteraan de familie Cevaal. En toen ging
het grandioos mis. Vrouw Cevaal riep dat
haar arm eraf was geschoten, en vrouw De
Buck lag op de grond in de gang. Omdat
iemand een zaklamp aandeed, zag Rie
haar liggen. Ze weet niet meer of ze direct
wist dat vrouw De Buck niet meer leefde of
dat dat later pas tot haar doordrong.
Toch moesten ze door. Jo, Rie, Jane en
hun ouders en opa zijn met veel moeite
over het puin dat zich intussen in de stra
ten ophoopte, in de schuilkelder aangeko
men. Het was een heel lichte nacht. Jo her
innert zich alleen maar mensen met heel
bange ogen. Rie weet nog dat ze samen