45 AAN DEN VRIEND DER BELGEN. Vlissingen het Strandhotel afgehuurd, waar plaats was voor de toegezegde honderd kinderen. Middelburg, waar het weeshuis in gereedheid was gebracht voor 25 kinde ren, bleef met lege handen achter. Wel mocht Sprenger rekenen op kinderen die tot aan het eind van de oorlog - liefst gratis - bij particulieren konden worden onderge bracht (brief van 22 januari 1917). En pas sant vroeg het centraal comité naar een opgave van de in Middelburg ingezamelde gelden. Eind maart werd in de Middelburgsche Courant een oproep geplaatst om Belgi sche kinderen voor de duur van de oorlog (desnoods tegen vergoeding) in huis te nemen. Opgeven bij "mevrouw Van Regte- ren Altena-Mollerus voor Zaterdag 14 April a.s. 's middags om 12.00 uur, Dam F no. 152/153". Eind april hielden twee ge plaatste kinderen die difterie bleken te heb ben, de gemoederen bezig. Toen het cen traal comité op 30 september 1917 op zuinigheid had aangedrongen, stelde Sprenger de onkostenvergoeding per kind per maand vast op 6 gulden en 10 gulden voor twee kinderen, wat een bezuinigings maatregel was. Het centraal comité toonde zich tevreden. Per brief van 6 oktober 1917 laat het we ten: "Uwe manier van doen brengt welze ker een niet onbelangrijke besparing te weeg. Wij hebben de zekerheid dat de kinderen in Middelburg goed verzorgd zijn en goed bewaakt." Maar er waren ook meer aangename kan ten aan het werk van Santé. Zo werd de verjaardag van de Belgische koning uitbun dig gevierd in het Schuttershof en werden er lezingen en culturele bijeenkomsten georganiseerd, alles ten bate van het werk van het lokaal comité. Dankbaarheid Menig auteur wijst erop dat de Belgische vluchtelingen warm werden onthaald, maar dat na verloop van tijd toch enig gemor ontstond. De Belgen zouden beter behan deld worden dan autochtone Zeeuwen en mochten eigen scholen en ontmoetings plaatsen inrichten. Maar de Belgen hier op Walcheren waren de Zeeuwen zeer dankbaar. Aan het eind van de oorlog organiseerde de Belgische kolonie een feestje voor de stad Middel burg waarin de Belgen hun erkentelijkheid voor de opvang (niet zonder enig pathos) tot uitdrukking brachten: De boerinnen van Walcheren zijn inooi en gezond, Vol ijver vernuft is er burger en boer! De boomen van Walcheren zijn sterk en zijn stoer, En schoon is het duin, en vol wasdom de donkere grond. Maar het liefst aan ons hart is toch Middelburgs beeld, De stee met haar daken gerijd in een krans, Met kanten stadhuis, rond gebeiaarden trans Van toren die, hoog in den hemel, zijn liedeken speelt. En toch, niet om den toren die voozekens weeft, En niet om de huisjes, noch 't kanten gebouw, Gedenken wij immer Uw stede getrouw Maar wel omdat Gij er, o Vriend van de Beigen, in leeft Mei 1918. En Sprenger kreeg zijn oorkonde, gete kend op de dag van de wapenstilstand. Ten slotte Maar niet alle Belgen waren zo dankbaar. De geschiedenis leert dat de afhandeling van de Eerste Wereldoorlog de kiemen in zich droeg van de Tweede Wereldoorlog. Dat gold, zij het in mindere mate, ook voor de relatie tussen België en Nederland. Al aan het begin van de oorlog ging het ge rucht dat België de Scheldekwestie wilde

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 47