8 in Vlissingen. Voor ons begon er een ge heel nieuwe periode. Naar het weeshuis Op donderdag 3 november 1910 bracht Jan ons naar het weeshuis. Hij werd er zelf niet in opgenomen omdat hij achttien was en werd geacht voor zichzelf te kunnen Fr ancien (staand) met haar zus Catharina in hun lagere-schooltijd, 1908. Ons haar was kortgeknipt, met pony, want dat was gemakke lijk te onderhouden." (coll. fam. Geljon) zorgen. Liever was hij wel bij ons gebleven. Na een bad kregen we nieuwe weeskle- ding aan. Het was stevig goed en ik voelde me 'ingepakt'. De andere kinderen van het weeshuis kwamen uit school en keken nieuwsgierig naar de nieuwelingen. Op zaterdagmiddag werd er niet gewerkt of genaaid en mocht iedereen voor zichzelf iets doen. De schoolkinderen gingen tot zes uur in de tuin spelen. Een van de spel letjes was 'alles doen wat vader en moeder doen'. Ik was een van de kleinste kinderen en kon nog niet alles wat de grotere meis jes deden. Dat kwam vooral door onze stijve rokjes die niet lekker zaten, wat nogal wat gelach van de anderen veroorzaakte. De tuin was groot. Er lag een laag grind en er was een carrousel met banken, een schommel, een wipplank, een glijbaan en een trippelton. Om kwart voor zes luidde de bel dat het etenstijd was. De boterhammen lagen al op de borden, want ieder had zijn vaste portie naar gelang de leeftijd. De boter hammen waren wel drie centimeter dik en ik had al genoeg aan een halve. Een keer per week, op zaterdagavond, was er beleg op de boterham. De ene keer was het le verworst, de andere keer kaas. Als er vrij dags erwtensoep gegeten werd, kregen we 's zaterdags het spek op het brood. Bij de broodmaaltijd werd thee gedronken zonder suiker. Het eten was overigens prima. Aan de tafel van de acht jongste kinderen zat een groot meisje van onge veer achttien jaar die het brood in vieren sneed en thee inschonk. Als je nog geen zestien was, kreeg je geen mes. De mes sen werden namelijk iedere vrijdag op de slijpplank geslepen met zand en waren vlijmscherp. Na het eten gingen alle kinde ren in de kinderzaal naar eigen keus iets doen, bijvoorbeeld dammen, domino, het vraag- en antwoordspel, tekenen of bordu ren. De jongens mochten houtzagen. Om kwart voor acht moesten we handen wassen en om acht uur naar bed. Dat was zo tot je zestiende jaar. Bij het naar boven gaan riep heel het koor op de trap: "Welte rusten vader, welterusten moeder."

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 10