18 Wie nooit in een badhuis heeft gebaad weet waarschijnlijk niet wat hij of zij zich daarbij moet voorstellen. Mien Steen- aard-Hardon uit Middelburg was zo vriendelijk om, op verzoek van de redac tie, uit haar badhuisherinneringen te putten. Een opvouwbaar badhuis "Voor de oorlog gingen mijn zusje en ik één keer per week in de teil. Zoals de meeste gezinnen toen hadden we geen douche. De eerste kinderen van een gezin hadden schoon en warm water. De volgende kinderen hadden pech. "Tijdens de oorlog was er een badhuis aan de Nieuwe Haven. Dat werd ook door de Duitse Wehrmacht gebruikt. We zagen de Duitse soldaten er naartoe marcheren. De familie Oldeman beheer de het badhuis. Tijdens de beschietingen aan het eind van de oorlog werd het verwoest. "Hygiëne was in die tijd, met al die vuile boel van de verwoestingen, heel belang rijk. Dit werd dan ook goed begrepen door onze Engelse bevrijders. Een pro visorisch badhuis werd opgezet op de Bodenplaats, achter het stadhuis. Het was een uit elkaar gevouwen gebouwtje met klapdeurtjes. Het rook er naar lysol. Er kwamen ook veel evacués. En ook Vlissingers, want die hadden geen eigen badhuis toen. "Ik weet me te herinneren dat de wasce- remonie werd beheerd door kordate En gelse vrouwen. Eerst werd je gecontro leerd op luizen. Was er twijfel over de aanwezigheid van deze diertjes, dan werd je hoofd ingesmeerd met petroleum en stevig gemasseerd. Je moest wel je eigen handdoek meebrengen. Na het verkrijgen van een stukje kleizeep - een surrogaatzeep die niet schuimde - werd je in een hokje geduwd en ging de dou che aan. Veel tijd om je te wassen was er niet. Na korte tijd werd de douche vanuit een centrale plaats uitgezet en had je pech als je haar dan nog vol shampoo zat. "Na enige tijd werd het badhuis weer uit elkaar genomen en naar een andere locatie gebracht. Daarna kregen we een badhuis in de Zusterstraat. Ook daar gingen we één keer per week naartoe. De overige dagen waste je je gewoon thuis met water uit de koude kraan. "Het nieuwe badhuis had een gang met aan weerszijden deuren met badcellen, baden en stortbaden. In de badcel was een droog stukje voor je kleren. Je shampoo en je verschoning nam je mee van huis. Hier was het niet gratis zoals bij de Engelse dames. Je kocht een kaartje - ik altijd voor het stortbad, een ligbad was duurder - waarin de knecht Ko een gaatje knipte. Daarna moest je wachten tot er een badcel leegkwam en tot Ko die schoongepoetst had. In de tussentijd zag je veelal vriendinnen waar mee je heel wat te bepraten had. Na afloop kon je bij Ko snoepjes kopen. Op vrijdagavond ging je niet, want dan was het douchen voor volwassenen. "Op de hbs gingen we in een vrij uur naar het badhuis. Na de hbs ging ik er niet meer naartoe."

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 20