59 dat ook aan -, vanwege het feit dat bij zijn interpretatie van de naam de (eerste) a in -hara wel heel vroeg zou moeten zijn ver dwenen. Niettemin gaf hij aan zijn verkla ring van de naam Walcheren de voorkeur boven die van Gysseling. Blok was de laat ste die zich over de etymologie van de naam Walcheren heeft gebogen. Andere naamkundigen hebben zich nadien voor zover ik weet niet aan de naam Walcheren gewaagd of sloten zich aan bij de visie van Dick Blok.3 Wat nu te doen met de woordstam walha Het is duidelijk dat de letter c/k en de letter combinatie ch, die in Bloks verklaring van de naam Walcheren een essentiële plaats innemen (evenals trouwens in die van Gys- seling), in walha ontbreken. Het wil zeggen dat er, wanneer Blok (of voor mijn part toch Gysseling) het bij het rechte eind had, geen reden is om de naam Walcheren met Wallonië, Wales of Cornwall in verband te brengen. En dus ook niet met de Kelten! In een naschrift bij het artikel van Blok vra gen de redacteuren van de bundel Wala- cria zich af waar die vochtige zandrug waar Walcheren naar zou zijn vernoemd, dan wel moet worden gezocht. Terecht halen zij hier de onderzoeker P.J. van der Feen aan, die al in 1952 de mogelijkheid opperde dat Walcheren de naam kan zijn geweest van de vroegmiddeleeuwse handelsnederzet ting waarvan in de negentiende en twintig ste eeuw op het strand van Oostkapelle ter hoogte van de lijn Duinvliet-Westhove-Ber- kenbosch-Duinbeek vele sporen vanonder de zich landinwaarts verplaatsende duinen tevoorschijn zijn gekomen en later in zee zijn verdwenen. Dat Walcheren niet alleen de naam van het eiland en het konings goed Walcheren, maar ook van de centrale plaats van dat koningsgoed kan zijn ge- weest, is goed mogelijk. De geleerde Al- cuin vertelt in zijn tussen 785 en 797 ge schreven levensbeschrijving van Willibrord, die rond 700 vanuit Engeland in onze stre ken het christendom kwam verkondigen, hoe deze prediker in de villa Walichrum een heidens afgodsbeeld kapotsloeg en door de bewaker van het beeld werd aan gevallen. Met de villa Walichrum kan het koninklijk domein Walcheren in algemene zin zijn bedoeld, maar omdat Willibrord zich kennelijk op een centraal punt bij een heidens heiligdom bevond, is het aanne melijk dat met het woord villa hier specifiek de centrale nederzetting van het koninklijk domein werd aangeduid, een nederzetting die dan ook zelf Walcheren (Walichrum) kan hebben geheten. Dat deze villa Wal cheren uit het verhaal over Willibrord iden tiek kan zijn geweest aan de handelsne derzetting waarvan de resten op het strand zijn gevonden, is weliswaar niet voor hon derd procent bewijsbaar, maar wel aanne melijk. En wanneer dan 'Walcheren' bete kende 'bij de mensen op de vochtige zan drug', dan zou dat uitstekend te rijmen zijn met de ligging van de vroegmiddeleeuwse handelsnederzetting op en achter de Oude Duinen. Peter Henderikx 1. D.P. Blok, 'Walcheren een raadselachtige naam', in: W.G. Beeftink, C.F. Bos e.a. (red.), 'Walacria, een kroniek van Walcheren', z.p. 1987, pp. 8-11. Dick Blok (1925-2019) was directeur van het Meertens Instituut in Am sterdam en hoogleraar naamkunde en nederzet tingsgeschiedenis aan de Universiteit van Am sterdam. 2. M. Gysseling, 'Etymologie van Walcheren', in: Handelingen van de Koninklijke Commissie

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 61