26
■S" j$f (0
de schouder en droeg een lange veger bij
zich. Een meisje was een baker met twee
grote babypoppen in de armen en een
ouderwetse bakermuts op. Elisabeth was
modiste, ze had een antieke hoed op en
droeg een grote hoedendoos met allerlei
oude hoeden erin. Een ander was notaris
en weer een ander schoenpoetser. Ze lie-
Plaquette tegen de muur van de parkeerplaats
aan de Breewaterstraat, Vlissingen. De gedenk
steen is afkomstig uit de hal van het voormalige
Burgerweeshuis aan de Badhuisstraat en ver
meldt de namen van de regenten en regentes
sen, de secretaris-penningmeester, de architect
en de aannemer. De tekst luidt: "1858. Regen
ten: N.J.B. de Vey Mestdagh president J. van
Hoeve J. Loois Az belast geweest met het
toezigt over den bouw K. Blonk. A.M. Kalb-
fleisch. A. van de Sande. T.C. Dommisse. W. de
Kruyff bouwm. J.P. Laernoes aannemer.
(Zeeuws Archief, fotocoll. Vlissingen [7478],
nr. 266.2, FA15045)
pen in een kring en als ze bij de weesmoe
der kwamen zong ieder het liedje dat paste
bij zijn of haar rol.
Een van de grote jongens speelde voor
Sinterklaas en een kleine jongen was
Zwarte Piet. Soms moesten kinderen een
liedje zingen. Saartje, een klein meisje,
was zo bang voor Zwarte Piet dat ze met
een beverig stemmetje "O kom er eens
kijken" zong. Een jongen werd in de zak
gestopt en meegenomen naar de gang.
Daarvan raakte die arme Saartje helemaal
over haar toeren. Toch was het een gezelli
ge avond. We mochten zoveel chocolade
melk drinken als we maar lustten en het
gekregen snoepgoed deelden we eerlijk
met elkaar.
Met oud en nieuw gingen we 's avonds
eerst naar de kerk. Thuis gingen we met
zijn allen gezellig aan de tafels zitten, groot
en klein, jong en oud, de vader en de moe
der en de twee juffrouwen. We kregen cho
colademelk en broodjes die oude jaartje en
nieuwe jaartje heetten. We speelden spel
letjes, zoals dammen, domino, malle
vraag-en-antwoordspellen, kienen en nog
meer, maar kaarten mocht niet. Dat was
blijkbaar een duivels spel, omdat het ook in
cafés werd gespeeld om geld. Er werden
veel toepasselijke liedjes gezongen, want
de avond duurde lang.
De volgende ochtend kregen we een stuk
peperkoek. Dat kon je op de boterham
doen of bij de koffie of thee eten. Suiker in
de koffie of thee kregen we niet, dus die
koek was welkom.
Het was de gewoonte om bij alle familiele
den en kennissen nieuwjaar te gaan wen
sen. De nieuwjaarskaartjes van vader en
moeder brachten we naar de dames en de
heren van het bestuur, de dominee, naar
het hoofd van de school en verdere kennis-