Het paard van de dokter
29
een lichtschip van het Loodswezen. Hij
was veertien dagen thuis en veertien da
gen buitengaats. In 1916 trouwde Elisabeth
met Albert. Adriaan kwam weer aan wal en
nu om voor zijn tweede rang stuurman te
studeren. Hij woonde tijdelijk bij Elisabeth
en Albert in. Ik vond dat geweldig, want nu
kwam onze familie weer dikwijls bij elkaar.
In 1917 werd Elisabeth zwanger, maar
helaas deden zich complicaties tijdens
haar zwangerschap voor en omdat de me
dische kennis toen nog niet zo goed was,
zou volgens de dokter een van beiden,
moeder of kind, het niet overleven. Na de
geboorte van de baby kreeg Elisabeth her
senvliesontsteking en buikvliesontsteking.
Een nicht van haar man Albert kwam in
huis om dag en nacht voor Elisabeth en de
baby te zorgen. Elisabeth werd steeds
zieker en toen de baby acht maanden oud
was stierf Elisabeth op 21-jarige leeftijd.
Adriaan studeerde nog en Albert moest
weer naar zee en daarom bleef het nichtje
in huis om de huishouding te doen en de
baby te verzorgen.
Ik was zestien jaar en ging vaak met mijn
vriendin Francien wandelen. Francien en ik
konden goed met elkaar overweg en had
den veel plezier samen. In het weeshuis
ging het leven op de oude voet verder.
Doordat veel jongens en meisjes het huis
verlieten toen ze 21 werden en er geen
nieuwe weeskinderen meer bij kwamen,
werd het gebouw te groot. Daarom werden
sommige zalen beschikbaar gesteld voor
andere doeleinden. Dokter Smit, een arts
die zitting had voor onderzoek van school
kinderen, gebruikte een zaal. Twintig ver
pleegsters die bij het Rode Kruis hielpen,
sliepen in een andere zaal. Franse nonne
tjes die op doorreis waren tijdens de mobi
lisatietijd, logeerden ook een tijdje in het
weeshuis.
Mijn vriendin Francien, die aanvankelijk in
betrekking zou mogen, bleef als hulp voor
de weeshuisouders. Die twee werden ook
een dagje ouder en gingen bijna met pen
sioen. Toen de weeshuisouders met pensi
oen gingen, vertrok Francien uit het wees
huis en trouwde ze met Evert Geljon.
Omdat ik het niet prettig vond dat er nieu
we weeshuisouders kwamen, vroeg ik het
bestuur om in een betrekking te mogen.
Gelukkig mocht dat en ik ging in betrekking
bij een ingenieursgezin met twee jongetjes
van twee en vier jaar oud. Zo kwam een
einde aan mijn weeshuistijd.
In 1929 trouwde ik in Hilversum met Marius
Lemoine. We kregen één dochter, Corrie.
Paulina van Molenbroek
In 1985 maakte ik met mijn gezin de over- ik werd geacht voorzitter van de brassband
stap van Almere naar Oostkapelle. Daar- Crescendo te worden.
mee werd ik niet alleen apotheekhoudend Daar kwam nog bij dat de Oostkapelse
huisarts maar tevens politie- en consulta- ringrijders mij vroegen om op de derde
tiebureauarts, ik ging bevallingen doen, en zaterdag in augustus een ommekeer te