31 plaats twee en drie werd gekampt en als de strijd gestreden was werd eerst de win naar binnen het parcours gejonast. Daarna was het mijn beurt om gejonast te worden. Ik werd door twaalf sterke mannen de lucht in gesmeten. Dat was een belevenis, want je gaat echt een eind de lucht in en je hoopt maar dat ze je goed opvangen. In de loop der jaren veranderde de samen stelling van de groep dus. Er kwamen meer leden en dan voornamelijk vrouwelijke. Dat was weliswaar prima voor de sfeer, maar bij het jonassen kwam men wel wat spier kracht tekort. Zo kon het mij op een kwaad moment overkomen dat ik niet werd opge vangen en pardoes op de grond kletterde. Na een week flinke spierpijn waren de klachten gelukkig weer over, maar de schrik zat er wel een beetje in. Er sneuvel de toen opnieuw een traditie: het jonassen van de dokter. In een van mijn eerste jaren in Oostkapelle vond men dat ik zelf ook maar eens een ring moest proberen te steken. Ik had ooit weleens paardgereden, maar zonder zadel leek me dat best eng. Ze brachten me een rustig paard en de grootste ring werd opge hangen, die van 70 mm. Die ene korte rit zal ik nooit vergeten. Het valt namelijk be slist niet mee om op een Belgische knol zonder zadel onder een draad door te rij den waar een ring aan hangt. Ik besefte dat ik blij mocht zijn de overkant bereikt te hebben en mijn waardering voor deze sport was er alleen maar door gegroeid. Na het jonassen was er altijd een pauze. De paarden werden toevertrouwd aan de oppassertjes, meest jonge meisjes die op de paarden passen als ze niet hoeven te rijden. Wij gingen met ons allen naar het café waar de dokter traditiegetrouw de groep een rondje gaf. Dat was altijd een gezellig samenzijn. Er werd luidkeels mee gezongen met Hollandse levensliederen en menigmaal werd de polonaise gelopen. Tegen het einde van de pauze werd dan het lied nog ingezet van "de dokter is eene goeie, de dokter is eene goeie en die geeft een rondje weg". Daarmee zat mijn taak erop. De ringrijders Walter Rullens met Cora Dekker, driemaal winnares en dus eigenaar van het paard. (foto privécoll.) togen terug naar de baan om de wedstrijd te vervolgen en ik ging platzak naar huis. Walter Rullens

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 33