Foxtrot in
de achterkamer
33
De dansschool van Meeuse in Middelburg
De Korte Delft
Begin jaren vijftig van de vorige eeuw was
Middelburg nog altijd in de ban van de
wederopbouw van de stad, hoewel men
in de oorlog zelf al begonnen was met de
reconstructie van onder andere de Markt,
de Lange Delft en de Nieuwe Burg. In 1952
werd hotel De Burg opgeleverd, dat met
Amerikaanse Marshallhulp kon worden
opgebouwd. Het stadhuis aan de Markt
stond nog vol in de (houten) steigers, het
Abdijplein vertoonde nog grote gaten en
ruïnes, en de immense steenhopen vorm
den een geliefd speelterrein voor de jeugd.
Ondanks een voortvarend nieuwbouwbe-
leid was er nog steeds woningnood en dat
noopte het gemeentebestuur direct na de
oorlog tot het vorderen van woonruimte
om er families in onder te brengen. Dat
gebeurde ook in mijn ouderlijk huis aan de
Korte Delft, een charmante en levendige
smalle straat, gelukkig gespaard gebleven,
maar in de jaren zestig alsnog aan de slo
pershamer ten prooi gevallen voor de aan
leg van het huidige Damplein. Namen van
bekende winkeliers en bedrijven kan ik me
nog levendig herinneren: aan 'onze' kant
Hugo Reinders met Noack's Vleeswaren,
Wasserij Zeeland, fotograaf Cornelisse,
Radio Van der Meer, Chocolaterie Ster-
zenbach (later Burger), de tabakswinkels
van Schippers en Verhage en op het einde
naast de Bellinkstraat Loek's boekwinkel.
Aan de overkant meubelmagazijn De Ui-
ver, dat diep de Korte Delft in stak en later
Links: de man met de fiets staat voor de gevel
van Korte Delft 18. Rechts Chocolaterie Ster-
zenbach, 1962. (Rijkdienst voor het Cultureel
Erfgoed, 70.929)
afgebroken is, Tissink potten en pannen,
Flipse (Flora) bloemen, Van Liere kleding,
de frituurzaak van Wolfs, het Olbahuis
(kaas en vleeswaren) van Cornelisse, en
de banketbakker Van der Mijle op de hoek
van de Dam. En niet te vergeten drukkerij
Altorffer en het entrepot van slijterij Dene
vers. Melkboer Janse kwam nog langs met
verse taptemelk en ook Toon de groente
boer met paard-en-wagen, waarop ik dik
wijls mocht meerijden op de bok.
Het was ook de tijd dat markante figu
ren het straatbeeld nog verlevendigden:
Mientje Pluijmers en Theo Flohil (van
't draaiorgel), sleper Adrie Theune met
paard-en-wagen, Smolders met de banjo
(en houten been) en twee sint-bernards-
honden, 'Koperen Ko' Leiendecker, Keesje
Suurland (voor en met de muziek mee).
Er werd voortdurend verhuisd en huizen
werden opnieuw ingedeeld. Zo verhuisde
kapper Castenmiller drie keer in de Korte
Delft en ook fotograaf Piet Vreke verkaste
van de hoek van de Nieuwstraat (in ver
band met afbraak) naar de overkant. Dat
pand is later uitgebrand. Ook kunsthuis De
Vier Windekes (voorheen Leen Outermans
hengelsport) dat op de andere hoek van de
Nieuwstraat was gevestigd, werd afgebro
ken en de winkel verhuisde naar het pand
schuin daartegenover, bijna naast I. Faste-
nau's Bazar in de Reigerstraat.
Te krap
Terug naar nummer 18. In het vrij grote
huis zaten we begin jaren vijftig met drie
gezinnen ingekwartierd: de familie Meeuse
(drie personen) gelijkvloers met gebruik
van de grote woonkamers als dansschool,
de familie Hoek (drie personen) op de