44 speelt in de werkplaats van juwelier Min- derhoud. Het tweede tafereel stelt de vis- leurster aan ons voor (1900-1940). In het derde tafereel (1930-1940) speelt de foto graaf een rol. De streekdracht raakt al uit de mode en wordt meer en meer een be zienswaardigheid. "Op monnie gaan", noemden de boerinnen en vissersvrouwen dat alle Nederlanders in die tijd nog in Wal- cherse of zelfs Arnemuidse dracht liepen. Piet Minderhoud is overigens degene die bijhoudt hoe veel (of weinig) streekdracht- dragers er nog zijn. Dat alles neemt natuurlijk niet weg dat er in het museum ook prachtige sieraden te bewonderen zijn en wel tegen de achter- Goudsmid Minderhoud. Museum Arnemuiden. (foto Ida Doorenweerd) het als zij zich met hun kinderen op de markt - niks voor niks - lieten fotografe ren.1 Het vierde tafereel (1950-1960) laat het interieur zien van een stoffenwinkel uit 1952 en het werk van een mutsenmaak ster. Het laatste tafereel (het heden) richt zich op de garnalenpelsters: de laatste band van de Arnemuidenaren met de zee? Er valt ook een prachtig kleurenfilmpje te bewonderen uit 1906, getiteld Dutch Types, waarvan een beetje de suggestie uitgaat grond van de doosjes die grootvader Min- derhoud voor zijn klanten maakte. In 1988 vestigde juwelier Minderhoud zich in Arne- muiden en Piet, klaar met zijn opleiding, mocht de zaak verder vormgeven. Maar zo langzamerhand werd uitbreiding noodzake lijk en in Westkapelle zou dat makkelijker te realiseren zijn. De zaak in Arnemuiden is gesloten en met dat Piet Minderhoud uit Arnemuiden ver dween is hij in het museum geschiedenis geworden. Zo blijft de familie Minderhoud met Arne- muiden verbonden.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 46