47
SONDLÏU
De Zeeuwse ziel
"Ontdek de Zeeuwse ziel" lezen we in de
museumgids van Zeeland. Die ziel vinden
we misschien niet direct bij Van Vollenho
ven, zeker wel bij de streekdrachttaferelen.
Maar het museum heeft op dat vlak meer
te bieden. Ooit was Arnemuiden het mid
delpunt van Europa. In het midden van de
zestiende eeuw was Arnemuiden een be
langrijke doorvoerhaven en industriestad.
Al was sinds 1540 de moernering verbo
den, de vele zoutziederijen draaiden op
volle toeren. Ook de visserij droeg bij aan
de welvaart. Dat alles ondanks verwoede
pogingen van Middelburg om de stad klein
te houden. De bouw van een windmolen,
voor die tijd een belangrijke technische
innovatie, kon nog door de hoofdstad wor
den tegengehouden via een geding bij de
hoge raad van Mechelen in 1535. Een
kleine veertig jaar later zou Arnemuiden
het juk van de hoofdstad van zich af weten
te schudden door, anders dan Middelburg,
wel op tijd voor de Prins te kiezen. Als be
loning verleende Willem van Oranje Arne-
muiden stadsrechten in 1575 zodat "de
burcht van Arnemuden voortaan zal wezen
een stad, geheel en al bevrijd van de oude
voorgaande keuren, ordonnantiën en juris
dictie van de stad Middelburch". Arnemui-
den werd een zogenoemde smalstad; het
kreeg geen stem in de Staten van Zeeland.
Borden van de Rederijkerskamer Aeraentgens
De Plompkens (plomp groot). Museum Arne-
muiden. (foto's Ida Doorenweerd)
De nieuw gewonnen zelfstandigheid kwam
voor de stad te laat, verzanding maakte de
rede ontoegankelijk en Arnemuiden zou,
na een korte vrijage met de textielindustrie,
vanaf de zeventiende eeuw haar brood
vooral met de visserij moeten verdienen.
Het museum besteedt aandacht aan dit
toch roemrijke verleden onder meer met
archeologische vondsten, een prachtig
tableau van de rede van Walcheren anno
1550, en een schilderij uit 1540, 'darinck
delven', waarop de verschillende stadia
van de moernering in beeld zijn gebracht.
Bijzonder fraai zijn de portretten van Wil
lem van Oranje en de jonge prins Maurits
in de voormalige raadszaal, in 1588 ge
schilderd door Adriaan van de Queeborne
in opdracht van het Arnemuids stadsbe
stuur. Het culturele leven wordt vertegen
woordigd met twee rederijkersborden uit
1578 en 1580.
Uiteraard is er ook ruim aandacht voor het
visserijverleden van de stad. Het was al
geen vetpot, maar na de komst van de
Sloedam (1872) werd het steeds minder.
De stad werd gesloopt, een dorp kwam
ervoor terug. Vanaf het begin van de twin
tigste eeuw was het armoe en hard werken!