Bij dit nummer
H<W
2
Zomer op Walcheren maakt soms de dich
ter in ons wakker. In een op rijm gesteld
verslag van een "jaarlijksch uitstapje" uit
juli 1936 staat de strofe "Over Vlissingen
naar Domburg, ging nu ditmaal onze tocht,
verder namen wij nog Veere in een reuze
fijne bocht. Prachtig zijn de vergezichten
op den Boulevard en dijk, wat een wonder-
schoone plekjes is ons eiland Walch'ren
rijk. Walcheren in zomerweelde, zonne
schijn en bloemengeur. 't Was een uitge
zochte middag. 't Weer stelde ons niet
teleur."
Nu, precies 84 jaar later, kunnen we met
de onbekende dichter dit gevoel beamen.
Juist in deze bijzondere tijd waarin we zijn
teruggeworpen op onze nabije omgeving is
het een groot goed dat we het Walcherse
landschap in onze achtertuin hebben, dat
we mogen genieten van de prachtige na
tuur en dat er op fietsafstand boerderijen
zijn waar we lokale producten kunnen ko
pen. Het vooroorlogse Walcheren ken
merkte zich al door kleinschaligheid, de
landbouw was grotendeels gericht op de
regio, dorpen in het groen, overzichtelijke
steden waarin het weinige autoverkeer zich
door smalle straten wurmde, een beperkte
toeristenstroom en een karakteristieke
bevolking in dito dracht. Je zou er zomaar
naar terugverlangen, maar we moeten niet
vergeten dat er ook een groot standsver
schil bestond, dat de kindersterfte hoog
was en de internationale dreiging groot.
Het trekken van lessen uit het verleden,
bijvoorbeeld hoe om te gaan met een cri
sis, is moeilijk. Een bekende uitspraak,
toegeschreven aan de Duitse filosoof
Hegel, is dat de mens leert uit de geschie
denis dat de mens niets leert uit de ge
schiedenis. Daartegenover kan gesteld
worden dat de geschiedenis een bijzonde-
re achtergrond is voor het beschrijven van
onze wereld. En wat betreft de Walcherse
geschiedenis kunt u dit volop beleven bij
het lezen van de artikelen in De Wete.
In dit zomernummer wordt een mooie rond
reis gemaakt. We beginnen in Middelburg
op de Burgerweide waar Aad de Klerk uw
gids is. U krijgt uitleg over de oorsprong
van deze naam en hoe de ontwikkeling van
het gebied is geweest. De Zeeuwse hoofd
stad is ook het decor van het artikel van
Karel Meertens over de dansschool van
Meeuse. In het vorige nummer kon u al
lezen over de herinneringen van Paulina
van Molenbroek toen zij in het weeshuis
van Vlissingen woonde. In dit nummer
staat het vervolg. Ook de stad Veere wordt
aangedaan. Willemien van Montfrans
schetst de stad en zijn kleurrijke bewoners
die zij leerde kennen toen ze er burge
meester werd. Hebt u ooit gehoord van de
Keteloorlog van 1784? Victor Enthoven
vond in een archief in Londen nog nooit
gepubliceerde achttiende-eeuwse platte
gronden van Walcherse locaties en hij be
schrijft hoe de Britten zich konden voorbe
reiden voor het geval ze Walcheren
zouden willen aanvallen. Wat Oostkapelse
dorpsdokters, paarden en prijzen met el
kaar te maken hebben legt Walter Rullens
uit. Onze toer langs de Walcherse weelde
wordt afgesloten in Arnemuiden. In de ge
lijknamige rubriek licht Leo Faase een aan
tal kostbare aanwinsten van het museum
in Arnemuiden toe.
Het hierboven aangehaalde rijm uit 1936
besluit met: "Alles liep alsof 't gesmeerd
was, iedereen bleef kerngezond, zonder
maar één enkel pechje reden wij ons eiland
rond." Wij sluiten ons hier graag bij aan.
De redactie