9 De waarde die bij Gries is gemeten, is 406 met een meetfout van 21 (koolstofjaren). Deze waarde raakt de ijkgrafiek op twee punten, namelijk tussen 1601 en 1615 en tussen 1439 en 1498. Dit betekent dat Gries uit een van deze twee perioden da teert. Er is echter meer in de grafiek af te lezen, namelijk dat er een kans is van 6,6 procent dat Gries dateert van tussen 1601 en 1615, maar de kans dat hij dateert van tussen 1439 en 1498 is veel groter, name lijk 88,8 procent. Niet alleen staat nu dus onomstotelijk vast dat Gries niet pas in de jaren vijftig van de vorige eeuw is doodgegaan, maar is het duidelijk dat de Veerse kat ten minste vier honderd jaar geleden maar hoogstwaar schijnlijk zelfs circa 550 jaar geleden is gestorven. Precies in de periode van de bouw van de Grote Kerk. Een vijftiende-eeuws bouwoffer? Hoe kwam Gries dan eind vijftiende eeuw in een muur van de Grote Kerk terecht? Een eerste verklaring is natuurlijk: stom toeval. Een onfortuinlijke zwerfkat die wel licht door een val vast kwam te zitten tij dens de bouwwerken en op een natuurlijke wijze mummificeerde. In droge ruimtes blijkt dat mummificeren een vrij snel pro ces. Met enige regelmaat worden er in kruipruimtes, op zolders of in hooischuren uitgedroogde kadavers van katten terugge vonden. Als de Veerse kat dit lot te beurt is gevallen, moet hij op slag dood zijn ge weest. Het onderzoek heeft immers aange toond dat zijn nageltjes nog in perfecte staat zijn en geen sporen dragen van ijdele bevrijdingspogingen. Ook ontbreken de trauma's die een dergelijke fatale val kun nen staven. Deze elementen en het feit dat de kat netjes, in een haast vredevolle hou- ding lijkt neergelegd, maken een ongeluk niet aannemelijk. Van katten is bekend dat ze graag een rustig plekje opzoeken als ze hun einde voelen naderen, maar een druk ke middeleeuwse bouwplaats lijkt daar niet meteen aan te voldoen. Een andere mogelijkheid is dat de kat er met opzet is neergelegd, als zogenaamd bouwoffer. Bijgeloof is des mensen. Hek sen, genezers en wijzen boden hun kennis en kunde tegen betaling aan bij de ge meenschap en genoten een groot respect en ontzag. Maar ze boezemden ook angst in. Hun spirituele macht kon immers ook ten kwade ingezet worden. Onverklaarbaar onheil werd vaak toegeschreven aan hoge re machten en hun aardse vertegenwoordi gers. Grip krijgen op dit bovennatuurlijke via eeuwenoude rituelen en praktijken was vroeger een wezenlijk onderdeel van het dagelijks bestaan. Zo was het van de veertiende tot ver in de negentiende eeuw gebruikelijk om specifie ke 'magische' voorwerpen te verbergen in huizen of gebouwen om tegenspoed en ongeluk buiten de deur te houden. Een soort spiritueel anti-inbraakalarm avant la lettre, zoals de Britse onderzoeker Brian Hoggard het beeldend verwoordt. Hoggard is al tientallen jaren bezig met het feno meen van magical house protection. Hij ziet steeds wederkerende patronen die wijdverspreid zijn over Europa, de Verenig de Staten, Zuid-Amerika en zelfs tot in Australië. Naast allerlei mystieke gravures, oude schoenen, heksenflessen en paar- denschedels blijken ook de zogeheten dried cats, katten die door uitdroging op natuurlijke wijze zijn gemummificeerd, een populair afweermiddel tegen kwade gees ten te zijn. Dat is niet zo verwonderlijk aan gezien de kat des huizes in de fysieke we-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2020 | | pagina 11