18
wijze was "als broeders ongeoorloofd" en
"bovendien kerkrechtelijk zeker niet te ver
dedigen". Dominee wilde zich daarop na
der beraden. Voor de volgende dag, don
derdag 4 maart, werd een nieuwe afspraak
gemaakt: om halfzes zou men "ter afdoe
ning" weer bij elkaar komen. Aldus ge
schiedde.
Na de opening en een gebed deelde Van
de Guchte mee "dat hij zijn besluit op de
vorige verg[adering] genomen gestand
houdt". Hij had bovendien de dag gebruikt
om een collega te raadplegen, die bemid
deling door kerkvisitatoren noodzakelijk
achtte, maar dat kon alleen als de kerken
raad dat zou vragen. De broeders waren
eenstemmig treurig over dominees besluit
en optreden. Van de Guchte wilde echter
geen vergelijk, hij wilde de dingen blijven
doen zoals hij meende te moeten doen.
Huinink wees dit af en uiteindelijk werd
toch tot bemiddeling besloten. Feitelijk
kreeg de dominee hangende de kwestie
een soort verlof. Hij hoefde niet te preken
op zondag. Het was ook nog bijna biddag,
dus viel er veel te regelen, ook met de
catechisaties.
Voor de bemiddeling tussen Van de Guchte
en zijn medebroeders tot stand kwam,
vergaderde de kerkenraad van de Gerefor
meerde Kerk van Veere opnieuw en wel op
woensdag 10 maart. In die tussentijd had
Van de Guchte zijn mening enigszins ge
wijzigd. Bij nader inzien wilde dominee het
verschil van mening binnenskamers oplos
sen. De predikant sprak tijdens de verga
dering nu uitvoeriger over zijn evangelisa
tiewerk bij Martien Beversluis. Hij gaf zijn
motieven "die hem hiertoe geleid hebben,
welke daad slechts een voortgaan was op
den reeds aangevangen weg waardoor de
heer Beversluis reeds terugkwam van zijn
felle bestrijding van het Christendom. Het
[bezoek aan de bruiloft] heeft slechts be
doeld dit werk in hem te verstevigen en alle
wantrouwen weg te nemen. Het moge dan
ook gezien de mentaliteit der gemeente
onvoorzichtig zijn te noemen, onschriftuur
lijk is het in geenen deele. Om deze reden
kan praeses zoo de broeders dit mochten
eischen, geen schuldbelijdenis doen."
Daarmee was weliswaar niet alles opge
lost, maar de kou was uit de lucht. De ker
kenraadsleden bleven de predikant verwij
ten dat in het belang van de gemeente
meer voorzichtigheid geboden was.
Men krijgt langs deze weg een idee hoe de
gereformeerden van Veere dachten over
de contacten tussen dominee Van de
Guchte en de communistische strijder Be
versluis die met zijn jonge vrouw misschien
al meer dan een jaar in concubinaat leefde.
lets van de roddel en achterklap klinkt door
in de woorden van Huinink toen hij opmerk
te dat de zaak zeer opgeblazen werd "met
valsche laster beklad en zoodoende in
geheel verkeerd daglicht geplaatst". Hoe
wel broeder Huinink degene was die de
dominee als eerste aangesproken had op
zijn onzalig bezoek aan de bruiloft van
Beversluis en hoewel de burgemeester in
1936 grote problemen had gehad met het
stel wegens een paspoortaanvrage van Jo
Verstraate, moet vrij snel in 1937, eigenlijk
al in de vroege zomer, de relatie tussen
Beversluis en Huinink zeer goed zijn ge
worden. Heeft hier de evangelisatie won
deren gedaan? Ze zouden vervolgens en
kele jaren vrienden worden. In 1941 zou
Huinink, terugkijkend, Beversluis zelfs als
een gewezen huisvriend betitelen. We
zullen daar nog een mooi voorbeeld van
zien.
De kerkenraadsverslagen maken ondertus-